16. is van mening dat na de inwerkingtreding van de associatieovereenkomst ook moet worden gestreefd naar driehoekspartnerschappen en biregionale samenwerking, vooral met het Caribisch gebied, en dat het beleid van Zuid-Zuid-overeenkomsten moet worden aangemoedigd.
16. ist der Auffassung, dass nach dem Inkrafttreten das Assoziierungsabkommens auch die dreiseitige und biregionale Zusammenarbeit – vor allem mit der Karibik – gefördert und die Politik von Süd-Süd-Abkommen verstärkt praktiziert werden sollte.