Alleen de magistraat die in ruste was gesteld omdat hij de leeftijdsgrens had bereikt, bleef met zijn ambt bekleed en bleef deel uitmaken van de rechterlijke macht (Cass., 5 januari 1959, Arr. Cass., 1959, p. 376).
Nur Magistrate, die in den Ruhestand versetzt worden waren, weil sie die Altersgrenze erreicht hatten, blieben in ihrem Amt und gehörten weiterhin der rechtsprechenden Gewalt an (Kass., 5. Januar 1959, Pas., 1959, I, S. 449).