57. stelt vast dat uit het verslag blijkt dat er redenen tot ernstige verontrusting bestaan, zoals het in gebreke blijven van OLAF om in haar hoedanigheid van ordonnateurs over te gaan tot onmiddellijke ondervraging van de secretarissen-generaal van het ESC die tijdens de bedoelde periode in functie waren; betreurt het, in het licht van het belang van de onthullingen, dat het verslag niet de mogelijkheid biedt zich volledige zekerheid te vormen over de omvang van de administratieve verantwoordelijkheden;
57. stellt ernsthafte Mängel in dem Bericht fest, wie das Versäumnis von OLAF, die Generalsekretäre des WSA, die zur Zeit der betreffenden Vorfälle und unmittelbar danach im Amt waren, in deren Eigenschaft als Anweisungsbefugte zu befragen; bedauert, dass es anhand der wesentlichen Erkenntnisse des Berichts nicht möglich war, das Ausmaß der Verantwortung der Verwaltung voll und ganz festzustellen;