De vloer, elke daartoe aangebrachte vloerplaat en elke daartoe aangebrachte voetsteun van het voertuig moeten zonder blijvende vervorming die nadelig is voor de werking ervan, bestand zijn tegen een verticale drukkracht van 1 700 N die met een maximale druk van 2,0 MPa op statische wijze op een willekeurig punt van de vloer of de vloerplaat of op een afstand van 15 mm van het uiteinde van de voetsteun wordt uitgeoefend.
Der Fahrzeugboden, jede spezielle Bodenplatte und jede spezielle Fußstütze müssen in der Lage sein, ohne eine dauerhafte Verformung, die ihre Funktion beeinträchtigen würde, einer statisch auf einen beliebigen Punkt des Bodens oder der Bodenplatte bzw. einen 15 mm von Rand der Fußstütze angebrachten vertikalen Druckraft von 1 700 N zu widerstehen, bei einem maximalen Druck von 2,0 MPa.