Op grond van artikel 1675/7, § 1, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek daarentegen behoren « alle goederen van de verzoeker op het ogenblik van de beschikking, alsmede de goederen die hij tijdens de uitvoering van de collectieve aanzuiveringsregeling verkrijgt » tot de boedel, waaronder « de goederen die de schuldenaar al dan niet onder bezwarende titel verkrijgt of [.] de inkomsten die hij verwerft » (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 1073/1, p. 30).
Aufgrund von Artikel 1675/7 § 1 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches gehören hingegen « alle Güter des Antragstellers zum Zeitpunkt der Entschädigung sowie die Güter, die er während der Ausführung der kollektiven Schuldenregelung erwirbt » zur Masse, darunter « die Güter, die der Schuldner entgeltlich oder unentgeltlich erlangt, oder die Einkünfte, die er erwirbt » (Parl. Dok., Kammer, 1996-1997, Nr. 1073/1, S. 30).