10. is van opvatting dat de Europese Unie van haar burgers alleen een positieve houding jegens uitbreiding kan verwachten als zij een Europa zien dat resultaten boekt; benadrukt derhalve dat integratiecapaciteit niet gescheiden gezien kan worden van het vermogen van Europa om op te treden; is van mening dat uitbreiding onderdeel moet worden van de Agenda voor de burger van de Unie en dienovereenkomstig gecommuniceerd moet worden;
10. ist der Überzeugung, dass die Europäische Union von ihren Bürgern nur eine positive Haltung gegenüber der Erweiterung erwarten kann, wenn sie ein Europa sehen, das Ergebnisse vorzuweisen hat; betont daher, dass die Integrationsfähigkeit nicht isoliert von der Handlungsfähigkeit der Europäischen Union betrachtet werden kann; vertritt die Ansicht, dass die Erweiterung Teil der bürgernahen Agenda der Union sein und entsprechend kommuniziert werden sollte;
