3. De kapitein van een communautair vissersvaartuig, of diens vertegenwoordiger, die een aan boord gehouden hoeveelheid vis op zee wil overladen of lossen of wil aanlanden in een haven of op een aanlandingsplaats van een derde land, deelt de in lid 1 bedoelde gegevens ten minste 24 uur vóór het overladen of lossen op zee of vóór het aanlanden in een derde land mee aan de bevoegde autoriteiten van de vlaggenlidstaat.
3. Beabsichtigt der Kapitän eines Fischereifahrzeugs der Gemeinschaft oder sein Vertreter, eine beliebige an Bord befindliche Menge auf See umzuladen oder abzuladen oder in einem Hafen oder an einem Anlandeort in einem Drittland anzulanden, so muss er den zuständigen Behörden seines Flaggenmitgliedstaats mindestens 24 Stunden vor der Umladung oder Abladung auf See bzw. der Anlandung in einem Drittland die Angaben nach Absatz 1 melden.