c) „visserijactiviteit”: het zoeken naar vis, het te water laten, uitzetten, slepen en ophalen van vistuig, het aan boord halen van de vangst, het overladen, het aan boord houden, het verwerken aan boord, het overbrengen, het kooien, het vetmesten en het aanlanden van vis en visserijproducten;
„Fischereitätigkeit“ das Aufspüren von Fisch, das Ausbringen, Aufstellen, Schleppen und Einholen von Fanggerät, das Anbordnehmen von Fängen, das Umladen, das Anbordbehalten, das Verarbeiten an Bord, der Transfer, das Umsetzen in Käfige, das Mästen und das Anlanden von Fisch bzw. Fischereierzeugnissen;