Tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet van 4 september 2002 werd bovendien gesuggereerd « dat de opschorting van de vervolging die voortvloeit uit het vonnis van faillietverklaring, wordt uitgebreid tot de echtgenoot van de gefailleerde » (Parl. St., Senaat, 2001-2002, nr. 2-877/8, p. 86).
Während der Vorarbeiten zum Gesetz vom 4. September 2002 wurde ausserdem vorgeschlagen, « dass die Aussetzung der Verfolgung, die sich aus dem Konkurseröffnungsurteil ergibt, auf den Ehegatten des Konkursschuldners ausgedehnt wird » (Parl. Dok., Senat, 2001-2002, Nr. 2-877/8, S. 86).