Op grond van bovenbedoeld onderzoek ben ik van
mening dat voor het bovengenoemde jaarprogramma de beheers- en controlesystemen die zijn vastgesteld voor het [naam van het Fonds], in overeenstemming waren met de geldende voorsc
hriften van de basisbeschikking 2007/435/EG [en van Beschikking 2008/457/EG van de Commissie], en voldoende efficiënt hebben gefunctioneerd om een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden omtrent de juistheid van de uitgavenstaten die bij de Commissie zijn ingediend, alsmede om, bij wijze van gevolgtrekking,
...[+++] een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden omtrent de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.