Gezien het bovenstaande en bij ontbreken van andere opmerkingen worden de overwegingen 187 tot en met 189 van de voorlopige verordening bevestigd, waarin wordt geconcludeerd dat de aanmerkelijke schade die de bedrijfstak van de Unie heeft geleden, door de invoer met subsidiëring werd veroorzaakt en dat andere factoren, zij het afzonderlijk of gezamenlijk, dat oorzakelijk verband niet verbreken.
Aus den genannten Gründen und da diesbezüglich keine weiteren Stellungnahmen vorliegen, werden die Feststellungen in den Erwägungsgründen 187 bis 189 der vorläufigen Verordnung, denen zufolge die bedeutende Schädigung des Wirtschaftszweigs der Union auf die subventionierten Einfuhren zurückzuführen ist und dieser ursächliche Zusammenhang durch keine anderen Faktoren — weder für sich genommen noch durch ihr Zusammenwirken — aufgehoben wird, bestätigt.