51. is van mening dat de nodige financiële middelen voor een dergelijk investerings- en ontwikkelingsprogramma voor het zuidoosten niet van Turkije alleen kunnen komen, maar in een breder internationaal kader bijeen moeten worden gebracht; roept de Turkse regering en de Commissie op na te gaan in hoeverre de pretoetredingssteun van de EU hiervoor kan worden aangewend;
51. drückt seine Überzeugung aus, dass die notwendigen finanziellen Mittel für ein solches Investitions- und Entwicklungsprogramm für den Südosten nicht von der Türkei allein getragen werden können und deshalb in einem breiteren internationalen Rahmen aufgebracht werden sollten; fordert die türkische Regierung und die Kommission auf, zu prüfen, inwieweit die Vorbeitrittshilfe der Europäischen Union in diesem Zusammenhang genutzt werden kann;