Het verticale middenlangsvlak van de balk, gezien vanuit de lengterichting van het voertuig, moet binnen het verticale middenlangsvlak worden geplaatst dat het breedste punt raakt van het bovenste derde deel van de kantelbeveiliging op een afstand die gelijk is aan één zesde van de totale breedte van het bovenste derde deel.
Die senkrechte Längsmittelebene des Balkens muss in Längsrichtung zum Fahrzeug einwärts von der senkrechten Längsmittelebene liegen, die den äußersten Punkt des oberen Drittels der Schutzstruktur in einer Entfernung berührt, die einem Sechstel der Gesamtbreite des oberen Drittels entspricht.