9. juicht toe dat de regering doende is om de defensie-uitgaven onder parlementaire controle te brengen; wijst echter bezorgd op het (formele en informele) invloedrijke netwerk van het leger van o.a. denktanks, bedrijven en fondsen, dat een obstakel zou kunnen zijn voor de hervorming van de staat; dringt aan op volledige toepassing van de EU-normen op de gebieden vennootschapsrecht, mededingingsbeleid en financiële rekenschapsplicht op bedrijven met militaire connecties;
9. begrüßt den Umstand, dass die Regierung im Begriff ist, die Verteidigungsausgaben der Kontrolle des Parlamen
ts zu unterstellen; weist jedoch mit Besorgnis auf das (formelle und informelle) einflussreiche Netzwerk der Armee hin, bestehend u.a. aus Denkfabriken, Unternehmen und Fonds, das sich als Hindernis bei der
Reform des Staates erweisen könnte; fordert die umfassende Anwendung der gemeinschaftlichen Normen des Gesellschaftsrechts, der Wettbewerbspolitik und der finanziellen Verantwortlichkeit auf die Geschäftsaktivitäten mit m
...[+++]ilitärischen Verbindungen;