In de brief van 9 juli 2012 stelt het Openbaar Ministerie te Wenen dat de heer Stadler ervan wordt verdacht zich op 22 december 2006 schuldig te hebben gemaakt aan het medeplegen (paragraaf 12 van het Oostenrijkse wetboek van strafrecht) van een poging tot opzettelijke afdreiging (paragraaf 15 van het Oostenrijkse wetboek van strafrecht) van een lid van het Oostenrijkse parlement. De heer Stadler zou via een derde, die de eisen van de heer Stadler aan het desbetreffende lid van het Parlement moest doorgeven, van deze laatste hebben geëist dat hij uiterlijk op 23 december 2006 aan het Bundeskanzleramt zou mededelen dat de begunstigde voor subsidie uit hoofde
...[+++]van de Publizistikförderungsgesetz (Oostenrijkse wet op de financiële ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek t.b.v. partijen) voor het jaar 2007 gewijzigd was en dat hij hierover uiterlijk op 22 december 2006 om 15.00 uur een persmededeling met die strekking zou doen uitgaan. In ihrem Schreiben vom 9. Juli 2012 gibt die
Staatsanwaltschaft Wien an, dass Herr Stadler verdächtigt werde, am 22. Dezember 2006 im bewussten und gewollten Zusammenwirken als Mittäter (Paragraph 12 des österreichischen Strafgesetzbuchs) mit einer anderen Person einen Abgeordneten des Österreichischen Parlaments zu nötigen versucht zu haben (Paragraph 15 des Strafgesetzbuchs), nämlich durch die gegenüber einem Dritten geäußerten Forderungen, dass dieser Abgeordnete des Österreichischen Parlaments gegenüber dem Bundeskanzleramt bis 23. Dezember 2006 einen anderen Förderungsempfänger nach dem Publizistikförderungsgesetz für das Jahr 20
...[+++]07 bezeichnen und bis zum 22. Dezember 2006, 15.00 Uhr, eine dementsprechende Presseaussendung lancieren sollte, die mit dem Ziel vorgenommen wurden, dass dieser die Forderungen dem Abgeordneten des Österreichischen Parlaments zur Kenntnis bringen werde.