38. wijst op de toenemende krapte aan conventionele fossiele brandstoffen, zoals olie, aardgas en kolen; herhaalt dat zij bijdragen aan het broeikaseffect, terwijl niet-conventionele energiebronnen onderworpen moeten worden aan een milieu- en productiviteitseffectbeoordeling;
38. verweist auf die zunehmende Knappheit fossiler Energiequellen, wie etwa Erdöl, Erdgas oder Kohle, und betont erneut ihren Anteil am Treibhausgaseffekt, wobei nicht konventionelle Quellen einer Folgenabschätzung für die Umwelt und Produktivität unterliegen sollten;