Traduction de «bse voor middelgrote » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

kleine en middelgrote industriële ondernemingen [ KMIO ]
Klein- und mittlere Industrie [ mittelständische Industrie ]

kleine en middelgrote industriële ondernemingen | middelgrote en kleine industrieën | KMIO [Abbr.]
kleine und mittlere Industriebetriebe | kleine und mittlere Industriezweige

kleine en middelgrote ondernemingen | micro-, kleine en middelgrote ondernemingen | midden- en kleinbedrijf | kmo [Abbr.] | mkb [Abbr.]
kleine und mittlere Unternehmen | Kleinstunternehmen sowie kleine und mittlere Unternehmen | KMU [Abbr.]

middelgroot bedrijf [ middelgrote onderneming ]
mittleres Unternehmen

kleine en middelgrote onderneming [ E.G.-BIC | EBIC | Europees bedrijfsinnovatiecentrum | Europee warnemingspost voor het MKB | KMO | midden- en kleinbedrijf ]
kleine und mittlere Unternehmen [ EG-UIZ | EG-Unternehmens- und Innovationszentrum | Europäisches Beobachtungsnetz für KMU | Klein- und Mittelbetrieb | KMB | KMU | mittelständisches Unternehmen ]

ad-hocgroep BSE | Ad-hoc-groep BSE
Ad-hoc-Arbeitsgruppe BSE

Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw
Minister der Kleinen und Mittleren Betriebe und der Landwirtschaft

Kleine en Middelgrote Ondernemingen
Kleine und Mittlere Betriebe

Bestuur voor het Beleid van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen
Verwaltung der Politik der Kleinen und Mittleren Betriebe

klein tot middelgroot bedrijf beheren | kleine tot middelgrote onderneming beheren
kleine bis mittlere Unternehmen leiten

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

De Commissie merkt evenwel op dat fiscale steun in de vorm van een belastingkrediet van 45 % niet tot een intensiteit van 15 % brutosubsidie-equivalent bij kleine ondernemingen en tot 7,5 % BSE bij middelgrote bedrijven is beperkt.
Die Kommission muss jedoch feststellen, dass die Steuerbeihilfen in Form einer Steuergutschrift von 45 % nicht auf 15 % NSÄ bei kleinen Unternehmen und auf 7,5 % NSÄ bei mittleren Unternehmen begrenzt sind.

Maximale steunintensiteit: 15 % BSE voor kleine ondernemingen en 7,5 % BSE voor middelgrote ondernemingen; in de gebieden die in aanmerking komen voor de afwijking van artikel 87, lid 3, onder c) van het EG-Verdrag: 8 % NSE + 10 % BSE voor de kleine ondernemingen en 8 % in NSE + 6 % in BSE voor de middelgrote ondernemingen
Beihilfehöchstintensität: 15 % BSÄ für kleine Unternehmen und 7,5 % BSÄ für mittlere Unternehmen; in Fördergebieten im Sinne von Artikel 87 Absatz 3 Buchstabe c EG-Vertrag beträgt der Höchstsatz für kleine Unternehmen 8 % NSÄ bzw. 10 % BSÄ und für mittlere Unternehmen 8 % NSÄ bzw. 6 % BSÄ

Maximale steunintensiteit: Niet-terugvorderbare subsidie met een maximale intensiteit van 15 % BSE voor kleine ondernemingen en 7,5 % BSE voor middelgrote ondernemingen in regio's van doelstelling 2, en 8 % NSE + 10 % BSE voor kleine ondernemingen en 8 % NSE + 6 % BSE voor middelgrote ondernemingen in regio's die vallen onder artikel 87, lid 3, onder c), van het EU-Verdrag
Beihilfehöchstintensität: Verlorener Zuschuss mit einer Hoechstintensität von 15 % BSÄ bzw. 7,5 % BSÄ für die kleinen und mittleren Unternehmen in Ziel-2-Gebieten, von 8 % NSÄ + 10 % BSÄ bzw. 8 % NSÄ + 6 % BSÄ für die kleinen und mittleren Unternehmen in Fördergebieten im Sinne von Artikel 87 Absatz 3 Buchstabe c) EU-Vertrag

Maximale steunintensiteit: Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 70/2001 gelden de volgende steunintensiteiten: 15 % BSE voor kleine en 7,5 % BSE voor middelgrote ondernemingen; in steungebieden ex artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag bedraagt de steunintensiteit 8 % NSE + 10 % BSE voor kleine en 8 % NSE + 6 % BSE voor middelgrote ondernemingen
Beihilfehöchstintensität: Gemäß der Verordnung (EG) Nr. 70/2001 kommen die folgenden Interventionssätze zur Anwendung: 15 % BSÄ für die kleinen Unternehmen und 7,5 % BSÄ für die mittleren Unternehmen; in den Gebieten, die unter Artikel 87 Absatz 3 Buchstabe c EG-Vertrag fallen, wird sich der Interventionssatz auf 8 % NSÄ + 10 % BSÄ für die kleinen Unternehmen und 8 % NSÄ + 6 % BSÄ für die mittleren Unternehmen belaufen

In alle andere regio's die niet in aanmerking komen overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder c) bedraagt de steunintensiteit 15 % BSE voor kleine ondernemingen en 7,5 % BSE voor middelgrote ondernemingen.
Für alle anderen Gebiete der Region, die nicht unter die Freistellung nach Artikel 87 Absatz 3 Buchstabe c) EG-Vertrag fallen, ist die Anwendung einer Beihilfeintensität von 15 % BSÄ für kleine Unternehmen und von 7,5 % BSÄ für mittlere Unternehmen vorgesehen.

De Regeringen van de Lid-Staten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd : Belgie : de heer Karel PINXTEN Minister van Landbouw en Kleine en Middelgrote ondernemingen Denemarken : de heer Henrik DAM KRISTENSEN Minister van Landbouw en Visserij Duitsland : de heer Jochen BORCHERT Minister van Voedselvoorziening, Land- en Bosbouw de heer Franz-Josef FEITER Staatssecretaris van Voedselvoorziening, Land- en Bosbouw Griekenland : de heer Stephanos TZOUMAKAS Minister van Landbouw Spanje : de heer Luis Maria ATIENZA SERNA Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening Frankrijk : de heer Philippe VASSEUR Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening Ierland : de heer Ivan YATES Minister van Landbouw, Voedselvoorziening en Bosbouw Italië : de heer Walter LUCHETTI Minister van Landbouw, Voedselvoorziening en Bosbouw Luxemburg : de heer Fernand BODEN Minister van Land- en Wijnbouw en Plattelandsontwikkeling Nederland : de heer Jozias VAN AARTSEN Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij Oostenrijk : de heer Wilhelm MOLTERER Minister van Land- en Bosbouw Portugal : de heer Fernando GOMES da SILVA Minister van Landbouw Finland : de heer Kalevi HEMILÄ Minister van Land- en Bosbouw Zweden : mevrouw Annka ÅHNBERG Minister van Landbouw, Voedselvoorziening en Visserij de heer Curt MALMORG Staatssecretaris van Landbouw Verenigd Koninkrijk : de heer Douglas HOGG Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening u u u Commissie : de heer Franz FISCHLER Lid BSE (Boviene spongiforme encefalopathie) De Raad heeft op 1, 2 en 3 april 1996 te Luxemburg een buitengewone zitting gehouden over de problemen in verband met BSE.
Die Regierungen der Mitgliedstaaten und die Europäische Kommission waren wie folgt vertreten: Belgien Herr Karel PINXTEN Minister der Landwirtschaft und der Kleinen und Mittleren Betriebe Dänemark Herr Henrik DAM KRISTENSEN Minister für Landwirtschaft und Fischerei Deutschland Herr Jochen BORCHERT Bundesminister für Ernährung, Landwirtschaft und Forsten Herr Franz-Josef FEITER Staatssekretär, Bundesministerium für Ernährung, Landwirtschaft und Forsten Griechenland Herr Stephanos TZOUMAKAS Minister für Landwirtschaft Spanien Herr Luis María ATIENZA SERNA Minister für Landwirtschaft, Fischerei und Ernährung Frankreich Herr Philippe VASSEUR Minister für Landwirtschaft, Fischerei und Ernährung Irland Herr Ivan YATES Minister für Landwirtschaft, Ernährung und Forsten Italien Herr Walter LUCHETTI Minister für die Ressourcen in den Bereichen Landwirtschaft, Ernährung und Forsten Luxemburg Herr Fernand BODEN Minister für Landwirtschaft, Weinbau und ländliche Entwicklung Niederlande Herr Jozias VAN AARTSEN Minister für Landwirtschaft, Landschaftspflege und Fischerei Österreich Herr Wilhelm MOLTERER Bundesminister für Land- und Forstwirtschaft Portugal Herr Fernando GOMES da SILVA Minister für Landwirtschaft Finnland Herr Kalevi HEMILÄ Minister für Land- und Forstwirtschaft Schweden Frau Annka ÅHNBERG Ministerin für Landwirtschaft Herr Curt MALMBORG Staatssekretär, Ministerium für Landwirtschaft Vereinigtes Königreich Herr Douglas HOGG Minister für Landwirtschaft, Fischerei und Ernährung u u u Kommission Herr Franz FISCHLER Mitglied BSE (Spongiforme Rinderenzephalopathie) Am 1., 2. und 3. April 1996 hat der Rat in Luxemburg eine außerordentliche Tagung über die Probleme im Zusammenhang mit BSE abgehalten.

De Regeringen van de Lid-Staten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd : België : de heer Karel PINXTEN Minister van Landbouw en van Kleine en Middelgrote Ondernemingen Denemarken : de heer Henrik DAM KRISTENSEN Minister van Landbouw en Visserij Duitsland : de heer Jochen BORCHERT Minister van Voedselvoorziening, Land- en Bosbouw de heer Franz-Josef FEITER Staatssecretaris van Voedselvoorziening, Land- en Bosbouw Griekenland : de heer Alexandros BALTAS Staatssecretaris van Landbouw Spanje : mevrouw Loyola de PALACIO Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening Frankrijk : de heer Philippe VASSEUR Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening Ierland : de heer Ivan YATES Minister van Landbouw, Voedselvoorziening en Bosbouw Italië : de heer Michele PINTO Minister van Landbouw, Voedselvoorziening en Bosbouw Luxemburg : de heer Fernand BODEN Minister van Land- en Wijnbouw en Plattelandsontwikkeling Nederland : de heer Joris van AARTSEN Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij Oostenrijk : de heer Wilhelm MOLTERER Minister van Land- en Bosbouw Portugal : de heer Fernando GOMES da SILVA Minister van Landbouw Finland : de heer Kalevi HEMILÄ Minister van Land- en Bosbouw Zweden : mevrouw Annika ÅHNBERG Minister van Landbouw Verenigd Koninkrijk : de heer Douglas HOGG Minister van Landbouw, Visserij en Voedsel- voorziening Lord LINDSAY Staatssecretaris voor Schotland de heer Gwilym JONES Staatssecretaris voor Wales Commissie : de heer Franz FISCHLER Lid SECTOR RUNDVLEES - Wijziging van de spoedmaatregelen ter bescherming tegen boviene spongiforme encefalopathie (BSE) Er zij aan herinnerd dat de Raad tijdens zijn zitting van 21 mei had geconstateerd dat het Permanent Veterinair Comité op 20 mei 1996 niet met de vereiste meerderheid een advies heeft kunnen uitbrengen op grond waarvan de Commissie de betrokken maatregelen kon treffen.
Die Regierungen der Mitgliedstaaten und die Europäische Kommission waren wie folgt vertreten: Belgien Herr Karel PINXTEN Minister der Landwirtschaft und der Kleinen und Mittleren Betriebe Dänemark Herr Henrik DAM KRISTENSEN Minister für Landwirtschaft und Fischerei Deutschland Herr Jochen BORCHERT Bundesminister für Ernährung, Landwirtschaft und Forsten Herr Franz-Josef FEITER Staatssekretär beim Bundesminister für Ernährung, Landwirtschaft und Forsten Griechenland Herr Alexandros BALTAS Staatssekretär für Landwirtschaft Spanien Frau Loyola de PALACIO Ministerin für Landwirtschaft, Fischerei und Ernährung Frankreich Herr Philippe VASSEUR Minister für Landwirtschaft, Fischerei und Ernährung Irland Herr Ivan YATES Minister für Landwirtschaft, Ernährung und Forsten Italien Herr Michele PINTO Minister für Landwirtschaft, Ernährung und Forsten Luxemburg Herr Fernand BODEN Minister für Landwirtschaft, Weinbau und ländliche Entwicklung Niederlande Herr Joris VAN AARTSEN Minister für Landwirtschaft, Landschaftspflege und Fischerei Österreich Herr Wilhelm MOLTERER Bundesminister für Land- und Forstwirtschaft Portugal Herr Fernando GOMES da SILVA Minister für Landwirtschaft Finnland Herr Kalevi HEMILÄ Minister für Land- und Forstwirtschaft Schweden Frau Annika ÅHNBERG Ministerin für Landwirtschaft Vereinigtes Königreich Herr Douglas HOGG Minister für Landwirtschaft, Fischerei und Ernährung Lord LINDSAY Parlamentarischer Staatssekretär, Ministerium für Schottland Herr Gwilym JONES Parlamentarischer Staatssekretär, Ministerium für Wales Kommission Herr Franz FISCHLER Mitglied RINDERSEKTOR - Änderung der zum Schutz gegen die bovine spongiforme Enzephalopathie (BSE) zu treffenden Dringlichkeitsmaßnahmen Bekanntlich hatte der Rat auf seiner Tagung vom 21. Mai festgestellt, daß der Ständige Veterinärausschuß am 20. Mai 1996 nicht mit der notwendigen Mehrheit zu einer Stellungnahme gelangt war, die es der Kommission erlaubt hätte, die betreffenden Maßnahmen zu erlassen.