Moet artikel 18 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat elke discriminatie op grond van nationaliteit verbiedt, aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat een erfgenaam v
an een eigenaar van buiten de huidige Poolse staatsgrenzen gelegen onroerende goederen die door laatstgenoemde zijn verlaten, op grond van artikel 3, lid 2, juncto artikel 2, punt 2, van de wet van 8 juli 2005 op het recht op compens
atie voor buiten de huidige grenzen van de Republiek Polen gelegen onroerende goederen die door de
...[+++] eigenaar zijn verlaten (Dz. U. nr. 169, volgnr. 1418, Dz. U. 2006 nr. 195, volgnr. 1437, [Dz. U.] 2008 nr. 197, volgnr. 1223, en [Dz. U.] 2010, nr. 257, volgnr. 1726), wordt uitgesloten van de kring van compensatiegerechtigde personen wanneer hij niet de Poolse nationaliteit heeft?Ist Art. 18 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union, der das Verbot jeglicher Diskriminierung aus Gründen der Staatsangehörigkeit vorsieht, dahin auszulegen, dass es verboten ist — wie in Art. 3 Abs. 2 in Verbindung mit Art. 2 Nr. 2 des Gesetzes vom 8. Juli 2005 über den Anspruch auf Ausgleich für außerhalb der jetzigen Grenzen der Republik Polen zurückgelassene Immobilien (Dz. U. Nr. 169, Pos. 1418; Dz. U. 2006 Nr. 195, Pos. 1437; 2008 Nr. 197, Pos. 1223, sowie 2010 Nr. 257, Pos.
1726) vorgesehen — einen Erben eines Eigentümers außerhalb der jetzigen Grenzen des polnischen Staates zurückgelassener Immobilien aus dem
...[+++] Kreis der Ausgleichsberechtigten auszuschließen, wenn dieser Erbe nicht die polnische Staatsangehörigkeit besitzt?