Traduction de «buiten vervolging gestelde » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

buiten vervolging stellen
einen Einstellungsbeschluß erlassen

buiten bedrijf gestelde kerncentrale
ausser Betrieb genommene Kernkraftwerke

buiten gebruik gestelde postzegel
Briefmarke außer Kurs | Postwertzeichen außer Kurs

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

D. overwegende dat het onderzoek naar de dood van Sergej Magnitski is stilgevallen en dat de betrokken functionarissen buiten vervolging zijn gesteld en zelfs persoonlijk op de zaak zijn gezet, ondanks de conclusies die in 2011 voortvloeiden uit het onderzoek dat door de Russische presidentiële mensenrechtenraad werd gevoerd naar de onrechtmatigheid van zijn arrestatie, zijn detentie en het feit dat hij geen toegang tot de rechtspraak kreeg; overwegende dat de autoriteiten door zo te handelen laten zien dat de vervolging van Magnitski plaatsvindt om politieke redenen;
D. in der Erwägung, dass ungeachtet der Schlussfolgerungen, die der vom russischen Präsidenten eingesetzte Menschenrechtsrat im Anschluss an seine Untersuchung im Zusammenhang mit der Rechtswidrigkeit der Verhaftung und des Freiheitsentzugs von Sergei Magnitski sowie der Weigerung, ihm Zugang zur Justiz zu gewähren, 2011 gezogen hat, die Ermittlungen zum Erliegen gekommen und die mitverantwortlichen Amtsträger entlastet und sogar den posthumen Untersuchungen im Fall Sergei Magnitski zugeteilt wurden; in der Erwägung, dass solche Maßnahmen der Behörden zeigen, dass die Strafverfolgung Sergei Magnitskis politisch motiviert ist;

« Indien de verdachte niet is verschenen bij één of meer proceshandelingen kunnen de rechters, krachtens artikel 23 van de wet van 18 februari 1852, de teruggave gelasten van het deel van de borgsom dat was bestemd om zijn vertegenwoordiging te garanderen, wanneer hij buiten vervolging wordt gesteld of wordt vrijgesproken.
« Wenn der Beschuldigte nicht bei einer oder mehreren Verfahrenshandlungen erschienen ist, können die Richter aufgrund von Artikel 23 des Gesetzes vom 18. Februar 1852 die Erstattung des Teils der Kaution anordnen, der dazu dienen sollte, seine Vertretung zu gewährleisten, wenn seine Verfolgung eingestellt oder er freigesprochen wird.

« Schendt artikel 35, § 4, 5de alinea, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die mate dat de beklaagde (of inverdenkinggestelde) die zonder wettige reden van verschoning niet is verschenen bij enige proceshandeling en die buiten vervolging wordt gesteld, die wordt vrijgesproken, die ontslag van rechtsvervolging bekomt of die voorwaardelijk wordt veroordeeld de teruggave van de borgstelling bekomt, onder afhouding van de buitengewone kosten waartoe de niet-verschijning aanleiding mocht hebben gegeven, terwijl wanneer het verval van de strafvordering wegens verjaring wordt vastgesteld, de beklaagde geen teruggave van de borgstelling bekomt of kan bekomen ?
« Verstösst Artikel 35 § 4 Absatz 5 des Gesetzes vom 20. Juli 1990 über die Untersuchungshaft gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern der Angeklagte (oder Beschuldigte), der ohne rechtmässigen Entschuldigungsgrund bei keiner Verfahrenshandlung erschienen ist und der Gegenstand eines Einstellungsbeschlusses, eines Freispruchs, einer Strafbefreiung oder einer bedingten Verurteilung ist, die Erstattung der Kaution erhält, unter Abzug der aussergewöhnlichen Kosten, zu denen das Nichterscheinen Anlass gegeben hätte, während in dem Fall, wo das Erlöschen der Strafverfolgung wegen Verjährung festgestellt wird, der Angeklagte keine Erstattung der Kaution erhält bzw. erhalten kann?

De artikelen 159, 191 en 212 van het Wetboek van Strafvordering schenden niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat zij de kamer van inbeschuldigingstelling de bevoegdheid verlenen om kennis te nemen van de vordering van de buiten vervolging gestelde verdachte tot schadevergoeding wegens tergend en roekeloos hoger beroep van de burgerlijke partij tegen de beschikking tot buitenvervolgingstelling van de raadkamer.
Die Artikel 159, 191 und 212 des Strafprozessgesetzbuches verstossen nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn sie dahingehend ausgelegt werden, dass sie der Anklagekammer die Befugnis erteilen, über die Klage des ausser Verfolgung gestellten Beschuldigten auf Schadensersatz wegen einer auf schikanöse und leichtfertige Art von der Zivilpartei gegen den Einstellungsbeschluss der Ratskammer eingelegten Berufung zu befinden.