In de nu van kracht zijnde verordening van de Raad, dat wil zeggen verordening 574/99 van 12 maart 1999, is alleen een lijst van derde landen opgenomen waarvan de onderdanen over een visum dienen te beschikken als ze de buitengrenzen van de Unie willen overschrijden. Op grond van artikel 2 van deze verordening dienen de lidstaten zelf vast te stellen of de onderdanen van een derde land dat niet op deze lijst voorkomt, over een visum dienen te beschikken.
So wird mit der Verordnung Nr. 574/99 des Rates vom 12. März 1999 lediglich die Liste der Drittländer festgelegt, deren Angehörige beim Überschreiten der Außengrenzen der Mitgliedstaaten im Besitz eines Visums sein müssen. Gemäß Artikel 2 obliegt es den Mitgliedstaaten festzulegen, ob die Angehörigen von Drittstaaten, die nicht in dieser Liste aufgeführt sind, der Visapflicht unterliegen oder nicht.