Vertaling van "buitenlands beleid en samenwerking bij veiligheidsoperaties dienen hand " (Nederlands → Duits) :

Ontwikkeling van gemeenschappelijke doelstellingen op het gebied van buitenlands beleid en samenwerking bij veiligheidsoperaties dienen hand in hand te gaan met gemeenschappelijke doelstellingen en samenwerking bij het ontwerpen en verwerven van de benodigde instrumenten.
Der Entwicklung gemeinsamer Ziele in der Außenpolitik und der Zusammenarbeit bei Sicherheitsmaßnahmen müssen gemeinsame Ziele und die Zusammenarbeit beim Entwurf und Erwerb der Instrumente entsprechen.

Europa zal de mogelijkheden tot samenwerking beoordelen aan de hand van de volgende criteria: de toegang die zij bieden tot extra capaciteiten of markten; een eerlijke verdeling van de inspanningen, kosten en risico's tussen de partners; de bijdrage ervan aan het buitenlands beleid van de EU en met name aan duurzame ontwikkeling, samenwerking met ontwikkelingslanden, stabiliteitssteun en humanitaire hulp, met bijzondere aandacht voor Afrika en het Europese nabuurschap, en ten slotte hun relevantie voor de prioriteiten van het programma.
Europa wird die Kooperationsmöglichkeiten danach bewerten, ob sie ergänzende Kapazitäten oder Märkte erschließen; ob Aufwand, Kosten und Risiken gerecht zwischen den Partnern aufgeteilt sind; ob sie einen Beitrag zur EU-Außenpolitik leisten, insbesondere in Bezug auf nachhaltige Entwicklung, Entwicklungszusammenarbeit, Stabilität und humanitäre Hilfe vor allem in Afrika und den Ländern der Europäischen Nachbarschaftspolitik, und ob sie den programmatischen Prioritäten gerecht werden.

29. is verheugd over de voortdurende constructieve en proactieve houding van Albanië ten opzichte van regionale en bilaterale samenwerking; benadrukt de belangrijke rol die het land speelt bij de versterking van de regionale stabiliteit; prijst de politieke wil om de betrekkingen met Servië te verbeteren; spoort Albanië en Servië aan om verdere maatregelen te nemen en verklaringen af te leggen die de regionale stabiliteit en samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen in de hand werken; is verontrust over verklaringen van de Albanese premier waarin deze speculeert op de eenwording van Albanezen uit Albanië en Kosovo; verzoekt Albanië zich constructief te blijven opstellen in de regio en de kennis en ervaring die tijdens hun EU-toetredingsproces is opgedaan te delen met de andere landen in de Westelijke Balkan, teneinde de samenwerking te versterken en de regio verder te stabiliseren; is verheugd over de volledige aansluiting van Albanië bij de EU-standpunten inzake het buitenlands beleid, waaronder de beperkende EU-maatregelen jegens Rusland en de deelname van Albanië aan crisisbeheersingsoperaties in het kader van het GVDB; wijst op zijn streven als huidige fungerende voorzitter van het samenwerkingsproces in Zuidoost-Europa om de dialoog tussen de deelnemende landen te bevorderen; verzoekt Albanië actief deel te nemen aan de tenuitvoerlegging van de Adriatisch-Ionische strategie van de Europese Unie;
29. begrüßt die anhaltend konstruktive und zukunftsgerichtete Haltung, die Albanien bei der regionalen und bilateralen Zusammenarbeit einnimmt; betont den Beitrag des Landes zur Verbesserung der regionalen Stabilität; würdigt den politischen Willen, die Beziehungen zu Serbien zu verbessern; fordert Albanien und Serbien auf, weitere Maßnahmen zu ergreifen und Erklärungen abzugeben, die die regionale Stabilität und Zusammenarbeit und gutnachbarliche Beziehungen fördern; ist beunruhigt über Äußerungen des albanischen Ministerpräsidenten, in denen er über eine mögliche Vereinigung von Albanien und dem Kosovo spekulierte; fordert Albanien auf, seine konstruktive Position in diesem Raum aufrechtzuerhalten und sich mit den anderen Staaten des westlichen Balkans über die Kenntnisse und Erfahrungen, die sie jeweils beim EU‑Integrationsprozess erworben haben, auszutauschen, um die Zusammenarbeit zu intensivieren und diesen Raum weiter zu stabilisieren; begrüßt die uneingeschränkte Angleichung der außenpolitischen Standpunkte Albaniens an die außenpolitischen Standpunkte der EU, wozu auch die restriktiven Maßnahmen der EU gegen Russland und die Beteiligung an Krisenbewältigungseinsätzen im Rahmen der GSVP gehören; verweist auf die Ambitionen Albaniens, als derzeitiger Vorsitz des Südosteuropäischen Kooperationsprozesses den Dialog zwischen den teilnehmenden Ländern weiter zu fördern; fordert Albanien auf, sich aktiv an der Umsetzung der Strategie der Europäischen Union für die Region Adria‑Ionisches Meer zu beteiligen;

28. is verheugd over de voortdurende constructieve en proactieve houding van Albanië ten opzichte van regionale en bilaterale samenwerking; benadrukt de belangrijke rol die het land speelt bij de versterking van de regionale stabiliteit; prijst de politieke wil om de betrekkingen met Servië te verbeteren; spoort Albanië en Servië aan om verdere maatregelen te nemen en verklaringen af te leggen die de regionale stabiliteit en samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen in de hand werken; verzoekt Albanië zich constructief te blijven opstellen in de regio en de kennis en ervaring die tijdens hun EU-toetredingsproces is opgedaan te delen met de andere landen in de Westelijke Balkan, teneinde de samenwerking te versterken en de regio verder te stabiliseren; is verheugd over de volledige aansluiting van Albanië bij de EU-standpunten inzake het buitenlands beleid, waaronder de beperkende EU-maatregelen jegens Rusland en de deelname van Albanië aan crisisbeheersingsoperaties in het kader van het GVDB; wijst op zijn streven als huidige fungerende voorzitter van het samenwerkingsproces in Zuidoost-Europa om de dialoog tussen de deelnemende landen te bevorderen; verzoekt Albanië actief deel te nemen aan de tenuitvoerlegging van de Adriatisch-Ionische strategie van de Europese Unie;
28. begrüßt die anhaltend konstruktive und zukunftsgerichtete Haltung, die Albanien bei der regionalen und bilateralen Zusammenarbeit einnimmt; betont den Beitrag des Landes zur Verbesserung der regionalen Stabilität; würdigt den politischen Willen, die Beziehungen zu Serbien zu verbessern; fordert Albanien und Serbien auf, weitere Maßnahmen zu ergreifen und Erklärungen abzugeben, die die regionale Stabilität und Zusammenarbeit und gutnachbarliche Beziehungen fördern; fordert Albanien auf, seine konstruktive Position in diesem Raum aufrechtzuerhalten und sich mit den anderen Staaten des westlichen Balkans über die Kenntnisse und Erfahrungen, die sie jeweils beim EU‑Integrationsprozess erworben haben, auszutauschen, um die Zusammenarbeit zu intensivieren und diesen Raum weiter zu stabilisieren; begrüßt die uneingeschränkte Angleichung der außenpolitischen Standpunkte Albaniens an die außenpolitischen Standpunkte der EU, wozu auch die restriktiven Maßnahmen der EU gegen Russland und die Beteiligung an Krisenbewältigungseinsätzen im Rahmen der GSVP gehören; verweist auf die Ambitionen Albaniens, als derzeitiger Vorsitz des Südosteuropäischen Kooperationsprozesses den Dialog zwischen den teilnehmenden Ländern weiter zu fördern; fordert Albanien auf, sich aktiv an der Umsetzung der Strategie der Europäischen Union für die Region Adria‑Ionisches Meer zu beteiligen;

G. overwegende dat het van essentieel belang is dat parlementair toezicht wordt uitgeoefend op het buitenlands beleid van de EU opdat het extern optreden van de Unie door haar burgers wordt begrepen en gesteund; overwegende dat toezicht de legitimiteit van dit optreden versterkt; overwegende dat het Europees Parlement en de nationale parlementen samen dienen te bepalen hoe binnen de Unie een efficiënte en regelmatige samenwerking tussen de verschillende parlementen kan worden georganiseerd en gestimuleerd, in overeenstemming met de artikelen 9 en 10 van Protocol 1 bij het Verdrag van Lissabon,
G. in der Erwägung, dass die parlamentarische Kontrolle der EU-Außenpolitik eine wichtige Voraussetzung dafür ist, dass das außenpolitische Handeln der EU bei ihren Bürgerinnen und Bürgern auf Verständnis und Unterstützung trifft; in der Erwägung, dass die Kontrolle die Legitimität dieses Handels erhöht; in der Erwägung, dass das Europäische Parlament und die nationalen Parlamente gemäß den Artikeln 9 und 10 des dem Vertrag von Lissabon angehängten Protokolls Nr. 1 gemeinsam festlegen, wie eine effiziente und regelmäßige Zusammenarbeit zwischen den Parlamenten innerhalb der EU gestaltet und gefördert werden kann,

47. dringt erop aan dat een samenwerking van het Europees Parlement met de Raad van Europa, de NAVO, alle bevoegde organen van de VN, waaronder UNIFEM, de OVSE, en eventueel andere organisaties met expertise in het veld op touw wordt gezet voor de totstandbrenging van genderspecifieke indicatoren die kunnen worden gecontroleerd tijdens conflictsituaties, indicatoren die kunnen worden geïntegreerd in de nieuwe instrumenten voor buitenlands beleid en voor ontwikkeling of die kunnen dienen als snelle waarschuwing;
47. empfiehlt die Einführung einer Zusammenarbeit des Europäischen Parlaments mit dem Europarat, der NATO, der OSZE, UNIFEM und allen anderen einschlägigen UN-Einrichtungen sowie möglicherweise anderen internationalen Einrichtungen mit Erfahrung in diesem Bereich im Hinblick auf die Entwicklung geschlechtsspezifischer Indikatoren, die während der Konflikte zu kontrollieren sind und in die die neuen Instrumente der Außen- und Entwicklungspolitik eingegliedert werden oder als Frühwarnung dienen können;

19. wenst het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) op een steviger fundament te plaatsen door de Unie aan de hand van een adequate militaire slagvaardigheid in staat te stellen om in nauwe samenwerking met de NAVO de Petersberg-taken uit te voeren; dringt aan op de ontwikkeling van een coherenter buitenlands beleid waarmee de rol van de Unie in internationale aangelegenheden en humanitaire hulpverlening wordt versterkt;
19. wünscht eine Stärkung der Gemeinsamen Außen- und Sicherheitspolitik (GASP), indem die Union in die Lage versetzt wird, gestützt auf eine glaubwürdige militärische Kapazität in enger Zusammenarbeit mit der NATO die Petersburger Aufgaben zu erfüllen; fordert die Entwicklung einer in sich geschlosseneren Außenpolitik, durch die die Rolle der Union in internationalen Angelegenheiten und auf dem Gebiet der humanitären Hilfe gestärkt wird;