Het omzeilen van het Verdrag met secundaire wetgeving, zoals de amendementen bij deze verordening, is een aanfluiting voor de gedachte dat een zaak kan worden aangespannen door het slachtoffer van wettelijke inbreuken, en dus niet door belanghebbende buitenstaanders van wie niet altijd duidelijk is wat hun motivatie is en door wie zij worden gefinancierd.
Mit einer Umgehung des Vertrags durch sekundärrechtliche Bestimmungen wie den Änderungen zu dieser Verordnung würde man das Prinzip, dass Opfer von Rechtsverstößen und nicht interessierte Beobachter – deren Motive und Beweggründe nicht immer klar sind – Anspruch auf Rechtsmittel haben sollten, ad absurdum führen.