33. acht het onaanvaardbaar dat de betrouwbaarheidsverklaring van de uitvoerend directeur d.d. 13 mei 2010, geen voorbehoud omvat en dat het met de door het Bureau vastgestelde gedragscode aangegane verplichting ten aanzien van de betrouwbaarheidsverklaringen van de dienst Interne audit en de Rekenkamer hiermee bijgevolg niet wordt nagekomen;
33. hält es für unvertretbar, dass die Zuverlässigkeitserklärung des Exekutivdirektors vom 13. Mai 2010 keinerlei Vorbehalt enthält und dementsprechend nicht die im Verhaltenskodex, der von der Agentur mit Blick auf die Zuverlässigkeitserklärungen des Internen Auditdienstes und des Rechnungshofes angenommen wurde, eingegangene Verpflichtung erfüllt;