Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «burgerlijk wetboek artikel 22bis » (Néerlandais → Allemand) :

Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 5 maart 2015 in zake M.D. tegen C.A. en N. V. D.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 25 maart 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 329bis, § 2, derde lid van het Burgerlijk Wetboek artikel 22bis, vierde lid van de Grondwet, waar dit artikel stelt dat de rechtbank de erkenning kan weiger ...[+++]

Moerman, E. Derycke und F. Daoût, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 5. März 2015 in Sachen M.D. gegen C.A. und N. V. D.M., dessen Ausfertigung am 25. März 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Antwerpen, Abteilung Antwerpen, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 329bis § 2 Absatz 3 des Zivilgesetzbuches gegen Artikel 22bis Absatz 4 ...[+++]


Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 23 maart 2015 in zake C.N. tegen O.V., in aanwezigheid van N. V. D.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 15 april 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, afdeling Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 329bis § 2, derde lid in fine van het Burgerlijk Wetboek artikel 22bis, vierde lid van de Grondwet, waar ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 23. März 2015 in Sachen C.N. gegen O.V., in Anwesenheit vom N. V. D.M., dessen Ausfertigung am 15. April 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Antwerpen, Abteilung Antwerpen, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 329bis § 2 Absatz 3 in fine des Zivilgesetzbuches gegen Artikel ...[+++]


« Schendt artikel 331ter van het gerechtelijk wetboek [lees : Burgerlijk Wetboek] artikel 22 van de grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees verdrag van de rechten van de mens, in zoverre de wet een verjaringstermijn van 30 jaar bepaalt met betrekking tot de vordering tot onderzoek van het vaderschap, wanneer het kind pas na het verstrijken van deze termijn kennis heeft gekregen van het biologische vaderschap van de biologische vader en bijgevolg nooit in de mogelijkheid was om de ...[+++]

« Verstößt Artikel 331ter des Gerichtsgesetzbuches [zu lesen ist: des Zivilgesetzbuches] gegen Artikel 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern das Gesetz eine dreißigjährige Verjährungsfrist in Bezug auf die Klage auf Vaterschaftsermittlung vorsieht, wenn das Kind erst nach Ablauf dieser Frist Kenntnis von der biologischen Vaterschaft des biologischen Vaters erhalten hat und demzufolge niemals in der Lage war, die Klage fristgerecht einzureichen, und in der Wissenschaft, dass der vermeintliche biologische Vater ohne Nachkommen gestorben ist, so dass die Klage keine Unruhe in der Familie ...[+++]


« Schendt artikel 325/7 § 1, vijfde lid van het Burgerlijk Wetboek artikel 10 en 11 van de Grondwet eventueel samen gelezen met artikel 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en met het Verdrag voor de rechten van het Kind, doordat het een ongelijkheid in het leven roept tussen de betwisting van de erkenning door de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist en die onverwijld kennis heeft kunnen nemen van de erkenning van het kind door een andere vrouw, en de betwisting van de erkenning door de vrou ...[+++]

« Verstößt Artikel 325/7 § 1 Absatz 5 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und mit dem Übereinkommen über die Rechte des Kindes, indem er eine Ungleichheit einführt zwischen der Anfechtung der Anerkennung durch die Frau, die die Mitmutterschaft hinsichtlich des Kindes für sich in Anspruch nimmt und unverzüglich Kenntnis von der Anerkennung des Kindes durch eine andere Frau erlangen konnte, und der Anfechtung der Anerkennung durch die Frau, die die Mitmutterschaft hinsichtlich des Kindes für sich in ...[+++]


« Schendt artikel 331ter van het gerechtelijk wetboek [lees : Burgerlijk Wetboek] artikel 22 van de grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees verdrag van de rechten van de mens, in zoverre de wet een verjaringstermijn van 30 jaar bepaalt met betrekking tot de vordering tot onderzoek van het vaderschap, wanneer het kind pas na het verstrijken van deze termijn kennis heeft gekregen van het biologische vaderschap van de biologische vader en bijgevolg nooit in de mogelijkheid was om de ...[+++]

« Verstößt Artikel 331ter des Gerichtsgesetzbuches [zu lesen ist: des Zivilgesetzbuches] gegen Artikel 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern das Gesetz eine dreißigjährige Verjährungsfrist in Bezug auf die Klage auf Vaterschaftsermittlung vorsieht, wenn das Kind erst nach Ablauf dieser Frist Kenntnis von der biologischen Vaterschaft des biologischen Vaters erhalten hat und demzufolge niemals in der Lage war, die Klage fristgerecht einzureichen, und in der Wissenschaft, dass der vermeintliche biologische Vater ohne Nachkommen gestorben ist, so dass die Klage keine Unruhe in der Familie ...[+++]


« Schendt artikel 332quinquies, § 2, eerste lid, Burgerlijk Wetboek artikel 22bis, vierde lid, Grondwet als het aldus wordt uitgelegd dat de rechter de belangen van het kind enkel marginaal moet toetsen ?

« Verstösst Artikel 332quinquies § 2 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass er nur eine marginale Berücksichtigung des Interesses des Kindes auferlegt, gegen Artikel 22bis Absatz 4 der Verfassung?


« Schenden artikel 343 § 1 b) van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 353 e.v. van het Burgerlijk Wetboek in samenhang gelezen met de artikelen 162 en 164 van het Burgerlijk Wetboek, de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet en de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van 4 november 1950, in zoverre dat adoptie enkel mogelijk is voor alle samenwonenden die gedurende meer ...[+++]

« Verstoßen Artikel 343 § 1 Buchstabe b) des Zivilgesetzbuches und die Artikel 353 ff. des Zivilgesetzbuches in Verbindung mit den Artikeln 162 und 164 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22bis der Verfassung und die Artikel 8 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten vom 4. November 1950, insofern Adoption nur möglich ist für alle Zusammenwohnenden, die seit mehr als drei Jahren zusammenleben, und ebenfalls für zusammenwohnende Verwandte, für die ein Ehehindernis vorliegt, v ...[+++]


« Schendt artikel 356-1, lid 1 en 2 van het Burgerlijk Wetboek in samenhang gelezen met de artikelen 162, 164 en 343 § 1 b) van het Burgerlijk Wetboek, de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet en de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van 4 november 1950, in zoverre het de gewone adoptie van de kinderen van de ene wettelijke samenwonende partner door de andere wettelijke ...[+++]

« Verstößt Artikel 356-1 Absätze 1 und 2 des Zivilgesetzbuches in Verbindung mit den Artikeln 162, 164 und 343 § 1 Buchstabe b) des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22bis der Verfassung und die Artikel 8 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten vom 4. November 1950, insofern er die einfache Adoption der Kinder eines gesetzlich zusammenwohnenden Partners durch den anderen gesetzlich zusammenwohnenden Partner nicht ermöglicht, wenn ein Ehehindernis vorliegt, von dem der König infolge der Volladopti ...[+++]


In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 229, § 1, en 301, § 2, van het Burgerlijk Wetboek, artikel 1254, § 5, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals die artikelen respectievelijk zijn vervangen bij de artikelen 2, 7 en 22 van de wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van de echtscheiding, en artikel 42, § 2, van dezelfde wet, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Namen.

In Sachen : Präjudizielle Frage in Bezug auf die Artikel 229 § 1 und 301 § 2 des Zivilgesetzbuches, Artikel 1254 § 5 des Gerichtsgesetzbuches, jeweils ersetzt durch die Artikel 2, 7 und 22 des Gesetzes vom 27. April 2007 zur Reform der Ehescheidung, und Artikel 42 § 2 desselben Gesetzes, gestellt vom Gericht erster Instanz Namur.


Teneinde te beoordelen of, te dezen, bijzondere motieven de door hen aangeklaagde afwijking zouden kunnen verantwoorden, vergelijken de verzoekers de procedure van collectieve schuldenregeling met andere vergelijkbare procedures, namelijk de procedure van het gerechtelijk akkoord (organieke wet van 17 juli 1997), het uitstel van betaling (artikel 1244 van het Burgerlijk Wetboek; artikel 38, § 1, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet; artikelen 1337bis tot 1337octies van het Gerechtelijk Wetboek) en de verzoeningsprocedure in verband met ...[+++]

Um zu beurteilen, ob im vorliegenden Fall besondere Gründe die von ihnen angeprangerte Abweichung rechtfertigen könnten, vergleichen die Kläger das Verfahren der kollektiven Schuldenbegleichung mit anderen vergleichbaren Verfahren, nämlich dem Verfahren des gerichtlichen Vergleichs (Grundlagengesetz vom 17. Juli 1997), dem Zahlungsverzug (Artikel 1244 des Zivilgesetzbuches; Artikel 38 § 1 des Gesetzes vom 12. Juni 1991 über den Verbraucherkredit; Artikel 1337bis bis 1337octies des Gerichtsgesetzbuches) und den Schlichtungsverfahren in bezug auf Hypothekarkredite (Artikel 59 § 1 des Gesetzes vom 4. August 1992 über den Hypothekarkredit) ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'burgerlijk wetboek artikel 22bis' ->

Date index: 2021-08-29
w