Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Bevolkingsregister
Burgerlijk belang
Burgerlijk procesrecht
Burgerlijke partijstelling
Burgerlijke rechtsvordering
Burgerlijke vordering
Gerechtelijk recht
Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken EU
Kerkelijk sociaal werker
Kerkelijke instelling
Pastoraal werker
Register van de burgerlijke stand

Traduction de «burgerlijke en kerkelijke » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
specialist im- en export van machines voor de mijnbouw, de bouwsector en de burgerlijke bouwkunde | specialiste import en export van machines voor de mijnbouw, de bouwsector en de burgerlijke bouwkunde | specialist import en export van machines voor de mijnbouw, de bouwsector en de burgerlijke bouwkunde | specialiste im- en export van machines voor de mijnbouw, de bouws ...[+++]

Import-/Exportsachbearbeiter für Bau- und Bergbaumaschinen | Import-/Exportsachbearbeiter für Bau- und Bergbaumaschinen/Import-/Exportsachbearbeiterin für Bau- und Bergbaumaschinen | Import-/Exportsachbearbeiterin für Bau- und Bergbaumaschinen


bevolkingsregister [ register van de burgerlijke stand ]

Standesamtsregister


burgerlijke rechtsvordering

Zivilprozess [ Zivilprozeß ]


justitiële samenwerking in burgerlijke zaken EU [ Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken ]

justizielle Zusammenarbeit der EU in Zivilsachen [ Europäisches Justizielles Netz für Zivil- und Handelssachen | zivilrechtliche Zusammenarbeit ]


burgerlijke vordering | burgerlijke rechtsvordering

Zivilklage




kerkelijk sociaal werker | pastoraal werker

Pastoralhelfer | Pastoralhelferin | Pastoralassistent | Pastoralassistent/Pastoralassistentin






burgerlijk procesrecht | gerechtelijk recht

Zivilprozessordnung
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Bij zijn arrest nr. 25/2011 van 10 februari 2011 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 8, § 1, tweede lid van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen vastbenoemde ambtenaren en ambtenaren die tijdelijk zijn aangesteld in een hoger ambt, wat de referentiewedde voor de berekening van hun pensioen betreft, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schond.

In seinem Entscheid Nr. 25/2011 vom 10. Februar 2011 hat der Gerichtshof geurteilt, dass Artikel 8 § 1 Absatz 2 des allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstößt, insofern dadurch ein Behandlungsunterschied zwischen den endgültig ernannten Beamten und den zeitweilig in einem höheren Amt angestellten Beamten hinsichtlich des Referenzgehalts zur Berechnung ihrer Pension eingeführt wird.


1. « Schendt artikel 8 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangezien het voor de berekening van het bedrag van het ambtenarenpensioen een onderscheid maakt tussen de personen die een toelage genieten met toepassing van artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 juni 1976 en diegenen die een toelage genieten met toepassing van de artikelen 4bis tot 4quater van het voormelde koninklijk besluit ?

1. « Verstößt Artikel 8 des allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bei der Berechnung des Betrags der Bedienstetenpension zwischen den Personen, die eine Zulage in Anwendung von Artikel 1 des königlichen Erlasses vom 13. Juni 1976 erhalten, und denjenigen, die eine Zulage in Anwendung der Artikel 4bis bis 4quater des vorerwähnten königlichen Erlasses erhalten, unterscheidet?


2. « Schendt artikel 8 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangezien het voor de berekening van het bedrag van het ambtenarenpensioen een onderscheid maakt tussen de personen die niet vastbenoemd zijn en die de aan hun ambten inherente weddebijslagen niet kunnen doen gelden, en de andere ambtenaren die, krachtens datzelfde artikel, sommige toelagen kunnen doen gelden bij de berekening van hun pensioen, terwijl zij eveneens voorlopig zijn aangesteld ?

2. « Verstößt Artikel 8 des allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bei der Berechnung des Betrags der Bedienstetenpension zwischen denjenigen, die nicht endgültig ernannt sind und die ihre ihrem Amt inhärenten Gehaltszuschläge nicht geltend machen können, und den anderen Bediensteten, die kraft desselben Artikels bestimmte Zulagen bei der Berechnung ihrer Pension geltend machen können, während sie ebenfalls vorläufig bestellt sind, unterscheidet?


De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 8 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen (hierna : de wet van 21 juli 1844), zoals het werd vervangen bij artikel 231 van de wet van 25 januari 1999 houdende sociale bepalingen, dat bepaalt :

Die Vorabentscheidungsfragen betreffen Artikel 8 des allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen (nachstehend: Gesetz vom 21. Juli 1844), ersetzt durch Artikel 231 des Gesetzes vom 25. Januar 1999 zur Festlegung sozialer Bestimmungen, der bestimmt:


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 8 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, gesteld door de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel.

In Sachen: Vorabentscheidungsfragen in Bezug auf Artikel 8 des allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen, gestellt vom französischsprachigen Gericht erster Instanz Brüssel.


»; 2. « Schendt artikel 8 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangezien het voor de berekening van het bedrag van het ambtenarenpensioen een onderscheid maakt tussen de personen die niet vastbenoemd zijn en die de aan hun ambten inherente weddebijslagen niet kunnen doen gelden, en de andere ambtenaren die, krachtens datzelfde artikel, sommige toelagen kunnen doen gelden bij de berekening van hun pensioen, terwijl zij eveneens voorlopig zijn aangesteld ?

»; 2. « Verstößt Artikel 8 des allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem bei der Berechnung des Betrags der Bedienstetenpension einen Unterschied einführt zwischen denjenigen, die nicht endgültig ernannt sind und die ihre mit ihrem Amt verbundenen Gehaltszuschläge nicht geltend machen können, und den anderen Bediensteten, die kraft desselben Artikels bestimmte Zulagen bei der Berechnung ihrer Pension geltend machen können, während sie ebenfalls zeitweilig angestellt sind?


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 24 december 2015 in zake Annie Bourlard tegen de Franse Gemeenschap en de Pensioendienst voor de Overheidssector, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 januari 2016, heeft de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 8 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangezien het voor de berekening van het bedrag van het ambtenarenpensioen een onderscheid maakt tussen de personen ...[+++]

Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 24. Dezember 2015 in Sachen Annie Bourlard gegen die Französische Gemeinschaft und den Pensionsdienst für den öffentlichen Sektor, dessen Ausfertigung am 18. Januar 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das französischsprachige Gericht erster Instanz Brüssel folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt: 1. « Verstößt Artikel 8 des allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bei der Berechnung des Betrags der Bedienstetenpension ...[+++]


Bijgevolg werden zij krachtens artikel 1 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen op pensioen gesteld op de leeftijd van 65 jaar, behoudens hun mogelijkheid om op grond van artikel 46 van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen op de leeftijd van 60 jaar op vervroegd pensioen te gaan.

Demzufolge wurden sie aufgrund von Artikel 1 des allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen im Alter von 65 Jahren pensioniert, mit Ausnahme ihrer Möglichkeit, aufgrund von Artikel 46 des Gesetzes vom 15. Mai 1984 zur Festlegung von Maßnahmen zur Harmonisierung der Pensionsregelungen im Alter von 60 Jahren die Vorruhestandspension zu nehmen.


« Schendt de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, in zoverre zij de ex-echtgenoten van ambtenaren uitsluit van het recht op een rustpensioen, terwijl dat recht bij de artikelen 75 en volgende van het koninklijk besluit van 21 december 1967 wordt toegekend aan de ex-echtgenoten van personen die in de privé-sector hebben gewerkt en terwijl het Arbitragehof, bij zijn arrest van 3 mei 2000, de rechtbanken niet langer in staat stelt om op grond van artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek een uitkering tot levensonderhoud te verlenen die een derde van de inkomsten van de schuldenaar van het onderhoudsgeld overschr ...[+++]

« Verstösst das Gesetz vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen, insofern es die früheren Ehegatten von Beamten vom Recht auf eine Ruhestandspension ausschliesst, während dieses Recht gemäss den Artikeln 75 ff. des königlichen Erlasses vom 21. Dezember 1967 den früheren Ehegatten von Personen, die im Privatsektor gearbeitet haben, gewährt wird und wahrend der Schiedshof in seinem Urteil vom 3. Mai 2000 es den Gerichten nicht länger ermöglicht, aufgrund von Artikel 307bis des Zivilgesetzbuches einen Unterhalt zuzuerkennen, der ein Drittel der Einkünfte des Unterhaltspflichtigen übersteigt, gegen die Artikel 10 und 11 der Ver ...[+++]


« Schendt de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, in zoverre zij de ex-echtgenoten van ambtenaren uitsluit van het recht op een rustpensioen, terwijl dat recht bij de artikelen 75 en volgende van het koninklijk besluit van 21 december 1967 wordt toegekend aan de ex-echtgenoten van personen die in de privé-sector hebben gewerkt en terwijl het Arbitragehof, bij zijn arrest van 3 mei 2000, de rechtbanken niet langer in staat stelt om op grond van artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek een uitkering tot levensonderhoud te verlenen die een derde van de inkomsten van de schuldenaar van het onderhoudsgeld overschr ...[+++]

« Verstösst das allgemeine Gesetz vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen, insofern es die früheren Ehegatten von Beamten vom Recht auf eine Ruhestandspension ausschliesst, während dieses Recht gemäss den Artikeln 75 ff. des königlichen Erlasses vom 21. Dezember 1967 den früheren Ehegatten von Personen, die im Privatsektor gearbeitet haben, gewährt wird und wahrend der Schiedshof in seinem Urteil vom 3. Mai 2000 es den Gerichten nicht länger ermöglicht, aufgrund von Artikel 307bis des Zivilgesetzbuches einen Unterhalt zuzuerkennen, der ein Drittel der Einkünfte des Unterhaltspflichtigen übersteigt, gegen die Artikel 10 und ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'burgerlijke en kerkelijke' ->

Date index: 2023-03-10
w