Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Bevolkingsregister
Burgerlijke rechtbank
Burgerlijke rechter
Eerste rechter
Onderzoeksrechter
RC
Raadsheer in de Hoge Raad
Raadsheer in het Hof van Cassatie
Rechter
Rechter assisteren
Rechter bijstaan
Rechter die het eerst uitspraak heeft gedaan
Rechter helpen
Rechter in het Grondwettelijk Hof
Rechter in het hooggerechtshof
Rechter van de het eerst gedane uitspraak
Rechter van instructie
Rechter-commissaris
Register van de burgerlijke stand

Vertaling van "burgerlijke rechter " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE


burgerlijke rechtbank | burgerlijke rechter

Zivilgericht


specialist im- en export van machines voor de mijnbouw, de bouwsector en de burgerlijke bouwkunde | specialiste import en export van machines voor de mijnbouw, de bouwsector en de burgerlijke bouwkunde | specialist import en export van machines voor de mijnbouw, de bouwsector en de burgerlijke bouwkunde | specialiste im- en export van machines voor de mijnbouw, de bouwsector en de burgerlijke bouwkunde

Import-/Exportsachbearbeiter für Bau- und Bergbaumaschinen | Import-/Exportsachbearbeiter für Bau- und Bergbaumaschinen/Import-/Exportsachbearbeiterin für Bau- und Bergbaumaschinen | Import-/Exportsachbearbeiterin für Bau- und Bergbaumaschinen


bevolkingsregister [ register van de burgerlijke stand ]

Standesamtsregister


rechter helpen | rechter assisteren | rechter bijstaan

Richtern und Richterinnen assistieren


rechter die het eerst uitspraak heeft gedaan | rechter van de het eerst gedane uitspraak

Gericht,das als erstes entschieden hat


onderzoeksrechter | rechter van instructie | rechter-commissaris | RC [Abbr.]

Untersuchungsrichter


raadsheer in de Hoge Raad | raadsheer in het Hof van Cassatie | rechter in het Grondwettelijk Hof | rechter in het hooggerechtshof

Oberrichter | Richter am Obersten Gerichtshof | Richter am Obersten Gerichtshof/Richterin am Obersten Gerichtshof | Richterin am Obersten Gerichtshof




IN-CONTEXT TRANSLATIONS
« Schendt artikel 4 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, in zoverre het algemene rechtsbeginsel van het gezag van gewijsde in strafzaken over burgerlijke zaken erin is vastgelegd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en met het beginsel van de wapengelijkheid, doordat het tot gevolg heeft dat de partij die tijdens een strafproces is veroordeeld en die vervolgens is opgeroepen voor de burgerlijke rechter, niet het bewijs van de ontstentenis van een misdrijf kan genieten dat in diezelfde burg ...[+++]

« Verstößt Artikel 4 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches, insofern darin der allgemeine Rechtsgrundsatz der materiellen Rechtskraft der Strafsachen über Zivilsachen verankert ist, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und dem Grundsatz der Waffengleichheit, indem er dazu führt, dass die Partei, die während eines Strafprozesses verurteilt wurde und nachher vor den Zivilrichter geladen wurde, nicht den Beweis des Nichtvorhandenseins einer Straftat genießen kann, der in derselben Zivilsache von einer Drittpartei beim Strafverf ...[+++]


Aangezien de in het geding zijnde bepaling de schuldenaar een redelijke verzetstermijn toekent en aangezien de geadieerde rechter oordeelt met volle rechtsmacht, wordt aan de schuldenaar die met een gemeentelijk dwangbevel wordt geconfronteerd, geenszins de waarborg van een beoordeling door de burgerlijke rechter ontzegd.

Da dem Schuldner durch die fragliche Bestimmung eine angemessene Einspruchsfrist gewährt wird und da der befasste Richter mit voller Rechtsprechungsbefugnis urteilt, wird dem Schuldner, der mit einem kommunalen Zwangsbefehl konfrontiert wird, keineswegs die Garantie einer Beurteilung durch den Zivilrichter entzogen.


« Schendt artikel 2 van de wet van 26 juni 1963 tot instelling van de Orde van architecten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat deze bepaling niet aan de Orde van architecten de bevoegdheid geeft in rechte op te treden tegen elke inbreuk op de wetten en reglementen tot bescherming van de titel en van het beroep van architect, noch als burgerlijke partij voor de strafrechter, al dan niet na rechtstreekse dagvaarding, noch als eiser voor de burgerlijke rechter, hetzij om herstel van schade te verkrijgen, hetzij om maatregelen te vorderen tot het voorkomen van een inbreuk op de wetten en reglementen tot besc ...[+++]

« Verstößt Artikel 2 des Gesetzes vom 26. Juni 1963 zur Einsetzung einer Architektenkammer gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, dahin ausgelegt, dass diese Bestimmung der Architektenkammer nicht die Zuständigkeit erteilt, gegen jeden Verstoß gegen die Gesetze und Verordnungen zum Schutz des Architektentitels und -berufs vor Gericht aufzutreten, und zwar weder als Zivilpartei vor dem Strafrichter, nach direkter Ladung oder nicht, noch als Klägerin vor dem Zivilrichter, sei es zum Erhalt von Schadenersatz oder zur Erwirkung von Maßnahmen zur Verhinderung eines Verstoßes gegen die Gesetze und Verordnungen zum Schutz des Architektentitels und -berufs, obwohl eine Berufsvereinigung auf Schadenersatz wegen Beeinträchtigung der Interessen, ...[+++]


De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of die bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in de interpretatie dat zij geen bevoegdheid toekent aan de Orde van architecten om, hetzij als burgerlijke partij voor de strafrechter, hetzij als eisende partij voor de burgerlijke rechter, in rechte op te treden tegen inbreuken op de wetten en reglementen tot bescherming van de titel en van het beroep van architect, terwijl een beroepsvereniging in de zin van de wet van 31 maart 1898 op de beroepsverenigingen, wel voor de gewone rechtscolleges in rechte kan optreden ter bescherming van de belangen waarvoor zij is opgeric ...[+++]

Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof erfahren, ob diese Bestimmung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstößt, ausgelegt in dem Sinne, dass dadurch der Architektenkammer nicht die Befugnis erteilt werde, entweder als Zivilpartei vor dem Strafrichter oder als klagende Partei vor dem Zivilrichter aufzutreten gegen Verstöße gegen Gesetze und Verordnungen zum Schutz des Architektentitels und -berufs, während ein Berufsverband im Sinne des Gesetzes vom 31. März 1898 über die Berufsverbände wohl vor den ordentlichen Gerichten auftreten könne zum Schutz der Interessen, für die er gegründet worden sei.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Niettemin rijzen volgens de verwijzende rechters vragen in het licht van het recht op toegang tot een onafhankelijke en onpartijdige rechter, wanneer procespartijen die een dergelijke aansprakelijkheidsvordering instellen, worden geconfronteerd met het gegeven dat, wanneer tegen de beslissing van de burgerlijke rechter een voorziening in cassatie wordt ingesteld, het Hof van Cassatie zelf een beslissende invloed zou kunnen hebben in de beoordeling van zijn beweerde eigen foutieve handelen.

Dennoch stellten sich nach Auffassung der vorlegenden Richter Fragen im Lichte des Rechts auf Zugang zu einem unabhängigen und unparteilichen Gericht, wenn Verfahrensparteien, die eine solche Haftungsklage einreichten, mit dem Umstand konfrontiert würden, dass der Kassationshof, wenn gegen die Entscheidung des Zivilrichters eine Kassationsbeschwerde eingereicht werde, selbst einen ausschlaggebenden Einfluss auf die Beurteilung seines eigenen vorgeblich fehlerhaften Handelns haben könne.


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 30 mei 2016 in zake de Orde van architecten tegen de nv « DBFM Scholen van Morgen », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 juni 2016, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2 van de wet van 26 juni 1963 tot instelling van de Orde van architecten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat deze bepaling niet aan de Orde van architecten de bevoegdheid geeft in rechte op te treden tegen elke inbreuk op de wetten en reglementen tot bescherming van de titel en van het beroep van architect, noch als burgerlijke partij voor de strafrechter, al dan ni ...[+++]

Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Entscheid vom 30. Mai 2016 in Sachen der Architektenkammer gegen die « DBFM Scholen van Morgen » AG, dessen Ausfertigung am 8. Juni 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 2 des Gesetzes vom 26. Juni 1963 zur Einsetzung einer Architektenkammer gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, dahin ausgelegt, dass diese Bestimmung der Architektenkammer nicht die Zuständigkeit erteilt, gegen jeden Verstoß gegen die Gesetze und Verordnungen zum Schutz des Architektentitels und -berufs vor Gericht aufzutreten, und zwar weder als Zivilpartei vor ...[+++]


Uit hetgeen is vermeld in B.9 tot B.13 vloeit voort dat artikel 2262bis, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, door de benadeelde van een mededingingsinbreuk te verplichten om binnen de verjaringstermijn waarin die bepaling voorziet een rechtsvordering bij de burgerlijke rechter in te stellen voor de vergoeding van schade uit een mededingingsinbreuk, terwijl de administratiefrechtelijke handhavingsprocedure nog niet definitief is beëindigd, op onevenredige wijze inbreuk maakt op de rechten van de benadeelde.

Aus dem in B.9 bis B.13 Erwähnten ergibt sich, dass Artikel 2262bis § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches, indem dadurch der Geschädigte eines Wettbewerbsverstoßes verpflichtet wird, innerhalb der in dieser Bestimmung vorgesehenen Verjährungsfrist eine Klage bei dem Zivilrichter auf Ersatz des durch einen Wettbewerbsverstoß entstandenen Schadens einzureichen, während das administrative Durchsetzungsverfahren noch nicht endgültig beendet ist, auf unverhältnismäßige Weise die Rechte des Geschädigten verletzt.


Daar de in het geding zijnde bepalingen in die zin dienen te worden geïnterpreteerd dat zij de ambtenaar van de burgerlijke stand die in het ongelijk wordt gesteld in een geschil voor de burgerlijke rechter op grond van artikel 146bis juncto artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek, niet beletten te worden veroordeeld tot de betaling van een rechtsplegingsvergoeding ten gunste van de personen die een beroep hebben ingesteld tegen zijn beslissing om het voltrekken van het huwelijk te weigeren, is het in de prejudiciële vraag aangehaalde verschil in behandeling onbestaande ».

Da die fraglichen Bestimmungen in dem Sinne auszulegen sind, dass sie nicht verhindern, dass ein Standesbeamter, der in einer Streitsache vor dem Zivilrichter aufgrund von Artikel 146bis in Verbindung mit Artikel 167 des Zivilgesetzbuches unterliegt, zur Zahlung einer Verfahrensentschädigung zugunsten der Personen, die eine Klage gegen seinen Beschluss zur Verweigerung der Vornahme der Trauung eingereicht haben, verurteilt wird, besteht der in der Vorabentscheidungsfrage angeführte Behandlungsunterschied nicht ».


Dergelijke verschillen kunnen daarentegen geen dermate grote discrepantie verantwoorden tussen de situatie van een overheid die in het ongelijk wordt gesteld voor de burgerlijke rechter dan wel voor de administratieve rechter, terwijl de inzet van het geschil en de geschilpartijen identiek kunnen zijn.

Solche Unterschiede können hingegen keine derart große Diskrepanz zwischen der Situation einer Behörde, die vor dem Zivilrichter oder vor dem Verwaltungsrichter unterliegt, rechtfertigen, während der Einsatz der Streitsache und die Streitparteien identisch sein können.


Het Hof heeft kennis genomen van verschillende prejudiciële vragen die de toepassing in het geding brengen van de rechtsplegingsvergoeding bepaald in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek in het kader van geschillen voor de burgerlijke rechter, maar waarbij een overheid is betrokken, zodat zij zich onderscheiden van de burgerlijke geschillen waar de twee partijen alleen de verdediging van hun private belangen nastreven.

Der Gerichtshof hat über verschiedene Vorabentscheidungsfragen befunden in Bezug auf die Anwendung der Verfahrensentschädigung im Sinne von Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches im Rahmen von Streitsachen vor dem Zivilrichter, an denen aber eine Behörde beteiligt ist, so dass sie sich von den zivilen Streitsachen unterscheiden, in denen die zwei Parteien ausschließlich die Verteidigung ihrer privaten Interessen anstreben.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'burgerlijke rechter' ->

Date index: 2022-12-05
w