Uit de uiteenzetting van de verzoekschriften tot vernietiging blijkt dat het Hof, in het eerste middel van zowel in de zaak nr. 5710 als in de zaak nr. 5
711, wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 140bis van het Strafwetboek met artikel 12, tweede lid, van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 7.1 van het Europees Verdrag voo
r de rechten van de mens, met artikel 15, lid 1, van het Internatio
naal Verdrag inzake burgerrechten ...[+++] en politieke rechten en met artikel 49, lid 1, van het Handvest van de grond
rechten van de Europese Unie, in zover
re die wetsbepaling ertoe strekt het « onrechtstreeks aanzetten » tot of het « onrechtstreeks uitlokken » van het plegen van een terroristisch misdrijf te bestraffen en h
et woord « risico » daarin wordt gebruikt.Aus den Darlegungen der Nichtigkeits
klageschriften geht hervor, dass der Gerichtshof im ersten Klagegrund sowohl in der Recht
ssache Nr. 5710 als auch in der R
echtssache Nr. 5711 gebeten wird, über die Vereinbarkeit von Artikel 140bis des Strafgesetzbuches mit Artikel 12 Absatz 2 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 7 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention, mit Artikel 15 Absatz 1 des Internationalen Paktes ü
ber bürgerliche und ...[+++]politische Rechte und mit Artikel 49 Absatz 1 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union, zu befinden, insofern diese Gesetzesbestimmung darauf ausgerichtet sei, die « indirekte Anstiftung » oder « indirekte Aufforderung » zu einer terroristischen Straftat zu bestrafen, und darin das Wort « Gefahr » verwendet werde.