In het bijzonder kunnen wij ons vinden in de oproep aan Kroatië om “lopende bilaterale geschillen bij te leggen, met name in verband met grenzen en eigendom”. Maar tot onze spijt moeten wij constateren dat er geen enkele verwijzing staat naar de problemen die zich voordoen bij de aanpassing van de Kroatische wetgeving op het gebied van toegang tot de onroerendgoedmarkt
voor communautaire burgers en vooral voor Italiaanse burgers en ballingen uit de grensstreek rondom Triëst en Dalmatië. Geen enkele burger van de Europese Unie mag uitgesloten worden van het recht zich te vestigen in een lidstaat; geen enkele b
urger mag ...[+++]het recht ontzegd worden op toegang tot de onroerendgoedmarkt.
Vor allem schließen wir uns der an Kroatien gerichteten Aufforderung zur „Lösung bestehender bilateraler Fragen“, insbesondere von [...] Eigentumsregelungen“ an, doch stellen wir mit Bedauern fest, dass die Probleme bei der Angleichung der Rechtsvorschriften dieses Landes bezüglich des Zugangs von Unionsbürgern, speziell von italienischen Staatsangehörigen und julischen sowie dalmatinischen Emigranten, zum Immobilienmarkt überhaupt nicht erwähnt werden. Die Niederlassung in einem Mitgliedstaat und der Zugang zum Wohnungsmarkt dürfen keinem EU-Bürger verwehrt werden.