5. De verzoekende partij stelt dat « ten minste eenieder die op het Be
lgische grondgebied woont, zoals verzoekster, er belang bij heeft dat de strafwet wordt toegepast overeenkomstig de Grondwet, en inzonderheid de artikelen 10 en 11; dat ten minste eenieder die in België woont [.] er een rechtstreeks en persoonlijk belang bij heeft de vernietiging van de bestreden bepaling te vragen; dat het fundamentele beginsel van de gelijkheid van alle Belgen voor de wet (artikel 10 van de Grondwet) en in het bijzonder voor de strafwet zulk een essentieel aspect is van
de vrijheid van de burger ...[+++] en zulk een fundamenteel politiek en burgerlijk recht is in een representatieve democratie, die bovendien een nog onvolmaakte federale staat is vermits de Gewesten en Gemeenschappen nog niet over eigen rechters en eigen vervolgingsambtenaren beschikken, dat iedere fysieke persoon er voortdurend belang bij heeft dat de strafwetten van het federale parlement, van de parlementen van de Gewesten en van deze van de Gemeenschappen niet buiten werking worden gesteld door de federale uitvoerende macht en dat de bindende kracht der strafwetten wordt geëerbiedigd, zelfs wanneer hij of zij nog niet op discriminerende wijze werd vervolgd ».5. Die klagende Partei behauptet, das « mindestens ein jeder, der - wie die klagende Partei - im belg
ischen Staatsgebiet wohnt, ein Interesse daran hat, das die Strafgesetze gemäs der Verfassung, insbesondere den Artikeln 10 und 11 angewandt werden; das mindestens ein jeder, der in Belgien wohnt, [.] ein unmittelbares und persönliches Interesse daran hat, die Nichtigerklärung der angefochtenen Bestimmung zu beantragen; das das grundlegende Prinzip der Gleichheit aller Belgier vor dem Gesetz (Artikel 10 der Verfassung) und insbesondere vor dem Strafgesetz einen derart wesentlichen Aspe
kt der Freiheit des ...[+++]Bürgers darstellt und ein derart grundlegendes politisches und bürgerliches Recht in einer repräsentativen Demokratie, die überdies ein noch unvollkommener Föderalstaat ist, da die Regionen und Gemeinschaften noch nicht über eigene Richter und eigene Fahndungsbeamte verfügen, ist, das jede natürliche Person ein fortwährendes Interesse daran hat, das die Strafgesetze des föderalen Parlamentes, der Parlamente der Regionen und derjenigen der Gemeinschaften nicht durch die föderale vollziehende Gewalt ausser Kraft gesetzt werden und dass die bindende Wirkung der Strafgesetze beachtet wird, auch wenn der Betroffene noch nicht Gegenstand diskriminierender Verfolgungen gewesen ist».