2. De Raad meent ten stelligste dat de EU, teneinde de samenhang van haar externe optreden te bevorderen, bij haar strategieën en beleid met deze verwevenheid van ontwikkeling en veiligheid rekening dient te houden, maar daarbij moet onderkennen dat de verantwoordelijkheid en de taken van de actoren op het gebied van veiligheid respectievelijk ontwikkeling weliswaar complementair zijn, maar steeds specifiek blijven.
2. Der Rat ist der festen Überzeugung, dass dieser enge Zusammenhang von Entwicklung und Sicherheit in die Strategien und politischen Maßnahmen der EU einfließen sollte, um zur Kohärenz des außenpolitischen Handelns der Union beizutragen, wobei anerkannt wird, dass die Zuständigkeiten und Aufgaben der Akteure im Sicherheits- bzw. Entwicklungsbereich einander zwar ergänzen, aber dennoch spezifisch bleiben.