5. wijst met nadruk op de reeds bestaande instrumenten (associatieovereekomsten, pretoetredingsregelingen, Interreg, Phare, Tacis, CARD, MEDA en partnerschaps- samenwerkings- en vrijhandelsovereenkomst); benadrukt dat geen derde land in zijn individuele vooruitgang kan worden belemmerd door tekorten op het betrokken gebied bij andere derde landen;
5. weist ausdrücklich auf die schon existierenden Instrumente hin (Assoziierungsabkommen, Heranführungsinstrumente INTERREG, PHARE, TACIS, CARDS, MEDA sowie Partnerschafts- und Kooperationsabkommen und Freihandelsabkommen) und betont, dass kein Drittstaat in seinen individuellen Fortschritten durch Defizite anderer Drittstaaten in dem betreffenden Bereich behindert werden darf;