Om te kunnen beoordelen of de onderneming volgens de richtsnoeren als levensvatbaar moet worden aangemerkt, zou de cashflow normaal gesproken zo hoog moeten zijn dat niet alleen de courante activiteiten, maar ook onderhoudswerkzaamheden en toekomstige investeringen kunnen worden gefinancierd.
Damit das Unternehmen als lebensfähig nach den Leitlinien eingestuft werden kann, müßte der Cash-flow normalerweise so hoch sein, daß nicht nur die laufende Tätigkeit gedeckt ist sondern auch Maßnahmen zur Instandhaltung und Reinvestitionen.