Uit de rechtspraak van het Hof van Cassatie blijkt dat « om het bestaan vast te stellen van een kennelijke inbreuk [.] de rechter niet alleen [moet] nagaan of de inbreuk op wetsbepalingen betreffende de bescherming van het milieu met voldoende zekerheid vaststaat, maar [.] hij tevens de gevolgen van die inbreuk op het milieu in aanmerking [moet] nemen » (Cass., 2 maart 2006, Arr. Cass., 2006, nr. 502).
Aus der Rechtsprechung des Kassationshofes geht hervor, dass « zur Feststellung des Bestehens eines offensichtlichen Verstosses [.] der Richter nicht nur prüfen muss, ob die Verletzung der Gesetzesbestimmungen über den Umweltschutz mit ausreichender Sicherheit erwiesen ist, sondern auch die Auswirkungen dieses Verstosses auf die Umwelt berücksichtigen muss » (Kass., 2. März 2006, Pas., 2006, Nr. 123).