1. De lidstaten mogen een onderneming als in aanmerking komende tegenpartij erkennen als deze in een categorie cliënten valt die overeenkomstig deel I, punten 1, 2 en 3, van bijlage II bij Richtlijn 2004/39/EG als professionele cliënten zijn aan te merken, met uitzondering van een categorie die expliciet wordt genoemd in artikel 24, lid 2, van die richtlijn.
(1) Die Mitgliedstaaten können ein Unternehmen als geeignete Gegenpartei anerkennen, wenn das betreffende Unternehmen unter eine Kategorie von Kunden fällt, die als professionelle Kunden gemäß Anhang II Abschnitt I Nummern 1, 2 und 3 der Richtlinie 2004/39/EG angesehen werden, wobei allerdings die in Artikel 24 Absatz 2 der genannten Richtlinie angeführten Kategorien ausgenommen sind.