3.1.1. Met uitzondering van klapstoelen, zoals gedefinieerd in punt 1.9 van bijlage I bij Richtlijn 76/115/EEG, en zitplaatsen die uitsluitend bestemd zijn om te worden gebruikt als het voertuig stilstaat, worden voertuigen van klasse III of B van de categorieën M1 , M2 en M3 en van voertuigen van categorie N uitgerust met veiligheidsgordels en/of beveiligingssystemen die aan de voorschriften van deze richtlijn voldoen.
3.1.1. Die Sitze in Fahrzeugen der Klassen M1 , M2 und M3 , Unterklassen III und B, sowie der Klasse N sind mit Sicherheitsgurten und/oder Kopfstützen auszustatten, die die Anforderungen dieser Richtlinie erfüllen . Ausgenommen sind lediglich Klappsitze im Sinne von Nummer 1.9 des Anhangs I der Richtlinie 76/115/EWG und Sitze, die ausschließlich zur Benutzung bei stehendem Fahrzeug bestimmt sind.