« Is artikel 6 van de wet van 2 juni 1998 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 w
aarbij aan bepaalde veroordeelden en aan de gefailleerden verbod wordt opgelegd bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen en waarbij aan de rechtbanken van koophandel de bevoegdheid wordt toegekend dergelijk verbod uit te spreken, strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het in overgangsmaatregelen voorzie
t voor een bepaalde categorie van veroordeelden en nalaat in dezelfde maatregelen te
...[+++] voorzien voor een andere categorie van veroordeelden, die nochtans uitdrukkelijk worden beoogd in de andere artikelen van die wet, waardoor aldus een discriminatie tussen die beide categorieën wordt teweeggebracht ?« Verstösst Artikel 6 des Gesetzes vom 2. Juni 1998 zur Abänderung des königlichen Erlasses Nr. 22 vom 24. Oktober
1934 zur Einführung eines für bestimmte Verurteilte und für Konkursschuldner geltenden Verbots, bestimmte Ämter, Berufe oder Tätigkeiten auszuüben, und zur Zuteilung der Befugnis, solche Verbote auszusprechen, an die Handelsgerichte, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, soweit er Übergangsmassnahmen
für eine bestimmte Kategorie von Verurteilten vorsieht und es unterlässt, die gleichen Massnahmen für eine a
ndere Kate ...[+++]gorie von Verurteilten vorzusehen, die jedoch in den anderen Artikeln des Gesetzes ausdrücklich ins Auge gefasst werden, so dass eine Diskriminierung zwischen den beiden Kategorien herbeigeführt wird?