O. overwegende dat uit de jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten van de mens blijkt dat afwijkingen van artikel 8, lid 2, van het EVRM slechts zijn toegestaan als zij bij de wet voorzien zijn en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn zoals nog eens werd bevestigd in zijn recente bovengenoemde arrest in de zaak S. en Marper tegen het Verenigd Koninkrijk waarin onder andere wordt geconcludeerd dat "de algemene en niet-selectieve aard van de bevoegdheden tot het opslaan v
an vingerafdrukken, celmonsters en DNA-profielen van personen die van misdaden worden verdacht maar er niet voor zijn veroordeeld", in strijd is me
...[+++]t artikel 8 van het EVRM,O. in der Erwägung, dass die Rechtsprechung des Europäischen Gerichtshofs für Menschenrechte deutlich macht, dass Ausnahmen von Artikel 8 Absatz 2 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten
nur zulässig sind, wenn sie den Rechtsvorschriften entsprechen und in einer demokratischen Gesellschaft unerlässlich sind, wie durch das oben genannte, kürzlich ergangene Urteil des Gerichtshofs in der Rechtssache S. und Marper gegen Vereinigtes Königreich bestätigt wird, in dem festgestellt wird, dass umfassende und wahllose Befugnisse zur Vorratsspeicherung der Fingerabdrü
cke, Zellproben und ...[+++]DNA-Profile von Personen, die einer Straftat verdächtigt, jedoch nicht überführt wurden, einen Verstoß gegen Artikel 8 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten darstellen,