1. Elke lidstaat neemt onverwijld de vingerafdrukken van alle vingers van elke asielzoeker van 14 jaar of ouder en zendt de in artikel 5, lid 1, punten a) tot en met f), genoemde gegevens onverwijld toe aan de centrale eenheid.
(1) Jeder Mitgliedstaat nimmt jedem Asylbewerber, der mindestens 14 Jahre alt ist, unverzüglich die Fingerabdrücke aller Finger ab und übermittelt der Zentraleinheit unverzüglich die in Artikel 5 Absatz 1 Buchstaben a) bis f) bezeichneten Daten.