Het EP benadrukte dat [de onderzoekers] bij de CFR-werkzaamheden “ zich aan de duidelijke, binnen de wetgevende macht van de EG vastgelegde richtsnoeren moeten houden ” en overwoog dat het CFR slechts definitief kon worden aanvaard na de politieke goedkeuring door het EP en de Raad.
In der Entschließung unterstreicht das EP, dass die Arbeiten am GR auf klaren, von der Legislative vorgegebenen Leitlinien beruhen müsse, und erklärt, dass der GR nur nach erfolgter Billigung durch das EP und den Rat endgültig angenommen werden könne.
