3. stelt vast dat de inspanningen om de emissies te beperken in alle ontwikkelde landen op middellange termijn aanzienlijk moeten worden opgevoerd, om de beperkingsdoelstellingen op lange termijn te kunnen halen; verzoekt de EU op de Europese Raad van voorjaar 2005 streefdoelen voor deze beperking te bepalen die met de hierboven genoemde doelstellingen stroken; is van opvatting dat voor geïndustrialiseerde landen middellange-termijnbeperkingen van circa 30% vóór 2020 en lange-termijnbeperkingen van 60% tot 80% vóór 2050 noodzakelijk zijn om dit doel te bereiken;
3. weist darauf hin, dass alle Industriestaaten ihre Anstrengungen zur Verringerung der Emissionen mittelfristig erheblich verstärken müssen, um die langfristigen Emissionsziele erreichen zu können; ruft die Europäische Union auf, auf der Frühjahrstagung 2005 des Europäischen Rates Ziele für die Verringerung der Emissionen im Einklang mit den oben genannten Zielsetzungen festzulegen; ist der Auffassung, dass für Industriestaaten mittelfristige Verringerungen in der Größenordnung von 30% bis 2020 und langfristige Verringerungen von 60-80% bis 2050 erforderlich sind, um dieses Ziel zu erreichen;