Traduction de «civiele veiligheid elkaar » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

Algemene Directie van de Civiele Veiligheid
Generaldirektion der Zivilen Sicherheit

Federaal Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid
Föderales Fachzentrum für zivile Sicherheit

Directeur-generaal van de Civiele Veiligheid
Generaldirektor der Zivilen Sicherheit

burgerbescherming [ bescherming van de burgerbevolking | burgerverdediging | civiele verdediging | veiligheid van de burger ]
Zivilschutz [ Schutz der Bevölkerung | zivile Verteidigung | Zivilverteidigung ]

DG XI | Milieuzaken,nucleaire veiligheid en civiele bescherming
DG XI | Umwelt,nukleare Sicherheit und Katastrophenschutz

Directoraat-generaal XI-Milieuzaken,nucleaire veiligheid en civiele bescherming
Generaldirektion XI-Umwelt,nukleare Sicherheit und Katastrophenschutz

Nucleaire veiligheid en civiele bescherming
Nukleare Sicherheit und Katastrophenschutz

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

35. herinnert aan het toenemend aantal technologieën met tweevoudige toepassingen, en onderstreept dat Europese onderzoeksprogramma's op het gebied van defensie en civiele veiligheid elkaar derhalve meer moeten aanvullen en versterken; moedigt het EDA en de Commissie aan de onderlinge coördinatie binnen het Europees samenwerkingsverband voort te zetten om een zo groot mogelijke synergie te creëren met het veiligheidsluik van het kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling, met name op gebieden zoals CBRN-bescherming, afweer tegen bermbommen, onbemande vliegtuigen, maritieme controle, beheer en verwerking van informatie en cyberverdediging;
35. erinnert an die steigende Zahl von Technologien mit doppeltem Verwendungszweck, weswegen mehr Synergien zwischen den europäischen Programmen für Forschung in den Bereichen Verteidigung und Schutz der Zivilbevölkerung wichtig sind; fordert die EDA und die Kommission auf, ihre Abstimmung innerhalb der Europäischen Rahmenvereinbarung für Zusammenarbeit fortzusetzen, um möglichst viele Synergien mit dem Themenbereich „Sicherheit“ des Rahmenprogramms für Forschung und technologische Entwicklung zu erreichen, insbesondere auf Gebieten wie CBRN-Schutz, Umgang mit unkonventionellen Spreng- und Brandvorrichtungen, unbemannte Flugsysteme, Meeresüberwachung, Informationsverwaltung und -verarbeitung sowie Cyberverteidigung;

18. onderstreept het essentiële belang van de gemeenschappelijke defensie die de NAVO ten behoeve van haar leden garandeert; dringt er bij de lidstaten op aan hun vermogen om tot de territoriale verdediging bij te dragen met spoed te vergroten, hiervoor meer middelen beschikbaar te stellen en de methode van het bundelen en delen serieus te nemen door nauwer samen te werken om synergie te creëren; beklemtoont dat alle lidstaten dezelfde mate van veiligheid moet worden geboden in overeenstemming met artikel 42, lid 7, VEU; benadrukt dat een geloofwaardig buitenlands beleid van de EU moet worden onderbouwd door adequate defensiecapaciteiten van de lidstaten en een doeltreffend gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB); is van opvatting dat het GVDB een belangrijk onderdeel van de Europese defensie en veiligheid vormt en daartoe op tal van wijzen bijdraagt, o.a. door de totstandbrenging van een Europese technologische en industriële basis voor defensie (EDTIB) te bevorderen, de samenwerking bij de ontwikkeling van defensiecapaciteiten te stimuleren en rechtstreeks op te treden in crisisgebieden door middel van civiele missies en militaire operaties; beklemtoont daarom dat het GVDB in samenwerking met de NAVO verder moet worden verdiept; herhaalt dat de EU een partner van de NAVO is en dat de strategieën van beide organisaties elkaar moeten aanvullen; onderstreept de belangrijke rol van samenwerking op het gebied van veiligheid en defensie tussen de EU en haar partners, waaronder de VN, de NAVO, de Afrikaanse Unie en de OVSE; is verheugd over de toezegging van de HV/VV om zich actief in te zetten op het gebied van defensie, onder meer door het voorzitterschap te bekleden van vergaderingen van de Raad Buitenlandse Zaken in de formatie met de ministers van Defensie;
18. betont, wie äußerst wichtig die von der NATO gegenüber ihren Mitgliedern garantierte kollektive Verteidigung ist; fordert die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, ihre Fähigkeit, zur territorialen Verteidigung beizutragen, dringend auszubauen, mehr Ressourcen zur Verfügung zu stellen sowie das Verfahren der Bündelung und gemeinsamen Nutzung ernst zu nehmen, indem bei der Schaffung von Synergien enger zusammengearbeitet wird; betont, dass alle Mitgliedstaaten gemäß Artikel 42 Absatz 7 AEU das gleiche Maß an Sicherheit genießen müssen; betont, dass eine glaubwürdige EU-Außenpolitik durch angemessene Verteidigungskapazitäten in den Mitgliedstaaten und eine wirksame Gemeinsame Sicherheits- und Verteidigungspolitik (GSVP) untermauert werden muss; ist der Auffassung, dass die GSVP ein wichtiger Bestandteil der europäischen Verteidigung und Sicherheit ist und in vielerlei Hinsicht dazu beiträgt, unter anderem durch eine Förderung der Einrichtung einer verteidigungstechnologischen und industriellen Basis Europas (EDTIB), eine Förderung der Zusammenarbeit bei der Entwicklung der Verteidigungskapazitäten und durch direkte Interventionen in Krisengebieten mit zivilen Missionen und Militäreinsätzen; betont daher, dass die GSVP in Zusammenarbeit mit der NATO weiter vertieft werden sollte; erinnert daran, dass die Europäische Union ein Partner der NATO ist und dass sich deren jeweilige Strategien ergänzen sollten; betont die wichtige Rolle der Sicherheits- und Verteidigungszusammenarbeit zwischen der EU und Partnern wie Vereinte Nationen, NATO, Afrikanische Union und OSZE; begrüßt die Zusage der HV/VP, sich aktiv in Verteidigungsfragen einzubringen, unter anderem durch den Vorsitz im Rat „Auswärtige Angelegenheiten“ in der Besetzung mit den Verteidigungsministern;

2. benadrukt dat er meer samenhang moet worden aangebracht in het gebruik van de verschillende EU-instrumenten, waarvan sommige onder de verantwoordelijkheid van de hv/vv vallen, en dat de coördinatie met civiele of militaire missies van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) die al ter plaatse zijn of na een ramp kunnen worden uitgevoerd, moet worden verbeterd; dringt erop aan dat crisispreventie, respons bij rampen en wederopbouw na rampen aan elkaar worden gekoppeld;
2. betont, dass es erforderlich ist, die Kohärenz beim Einsatz der verschiedenen EU-Instrumente, von denen einige in den Zuständigkeitsbereich der Hohen Vertreterin/Vizepräsidentin fallen, zu erhöhen und die Koordination mit den zivilen und militärischen Missionen im Rahmen der Gemeinsamen Sicherheits- und Verteidigungspolitik (GSVP), die bereits vor Ort durchgeführt werden oder nach einer Katastrophe eingerichtet werden könnten, zu verbessern; hält die Verknüpfung von Krisenvorbeugung, Katastrophenabwehr und den Wiederaufbau nach Katastrophen für dringend geboten;

36. vindt het van belang dat huidige troepenmachten en capaciteiten die beide organisaties in grote mate met elkaar delen zo efficiënt mogelijk worden gebruikt en dat wordt gezorgd voor optimale omstandigheden om de veiligheid van Europese troepen en civiele medewerkers te garanderen; roept de NAVO op af te zien van de ontwikkeling van een vermogen voor civiele crisisbeheersing die de EU-structuren en -vermogens zou dupliceren; roept op tot een coherente strategie inzake de non-proliferatie van kernwapens en nucleaire ontwapening in het kader van de samenwerking tussen de EU en de NAVO en overeenkomstig het in de verklaring naar aanleiding van de NPV-toetsingsconferentie 2010 genoemde actieplan; spoort zowel de NAVO als Rusland aan om te werken aan stabielere betrekkingen gebaseerd op wederzijds vertrouwen;
36. hält es für wichtig zu gewährleisten, dass die vorhandenen Kräfte und Fähigkeiten, die sich beide Organisationen weitgehend teilen, möglichst effizient genutzt werden, sowie dass die Sicherheitsbedingungen für die europäischen Truppen und die zivilen Akteure optimiert werden; fordert die NATO auf, Abstand von der Entwicklung ziviler Krisenbewältigungsfähigkeiten zu nehmen, die die EU-Strukturen und -Fähigkeiten lediglich duplizieren würden; fordert eine kohärente Strategie für die Nichtverbreitung von Kernwaffen und die Abrüstung im Rahmen der Zusammenarbeit zwischen der EU und der NATO im Einklang mit dem Aktionsplan der Erklärung zur Konferenz zur Überprüfung des NVV von 2010; ermutigt die NATO und Russland, auf stabilere, auf gegenseitigem Vertrauen basierende Beziehungen hinzuarbeiten;