Ten slotte hebben de in het geding zijnde bepalingen niet tot gevolg dat aan de termijn om, in civiele zaken, een cassatieberoep in te dienen wordt geraakt, vermits de termijn van drie maanden waarin artikel 1073 van het Gerechtelijk Wetboek voorziet, onverkort geldt.
Schliesslich haben die fraglichen Bestimmungen nicht zur Folge, dass an den Fristen, um in Zivilsachen Kassationsbeschwerde einzureichen, gerüttelt wird, da die in Artikel 1073 des Gerichtsgesetzbuches vorgesehene Frist uneingeschränkt gilt.