In de Zaak-Peter Paul met name besliste het EHvJ dat een lidstaat wettelijk kan vastleggen (zoals Duitsland heeft gedaan) dat toezichthouders hun functies vervullen alleen in het algemeen belang, waardoor afzonderlijke personen geen compensatie kunnen claimen wegens tekortschietend toezicht.
So ist der EuGH insbesondere im Fall Peter Paul zu dem Schluss gelangt, dass ein Mitgliedstaat bestimmen kann (wie Deutschland dies getan hat), dass Aufsichtsbehörden ihre Aufgaben ausschließlich im Interesse der Öffentlichkeit wahrnehmen, und damit ausschließen, dass Einzelpersonen eine Entschädigung für mangelhafte Aufsicht einfordern können.