Vertaling van "clean development mechanism " (Nederlands → Duits) :

Emissiebesparende projecten die onder het mechanisme voor schone ontwikkeling (Clean Development Mechanism of CDM) van het Kyoto-protocol vallen, leveren kredieten op die als gecertificeerde emissiereducties (Certified Emission Reductions of CER's) bekend staan.
Projekte zur Einsparung von Emissionen im Rahmen des Mechanismus für umweltverträgliche Entwicklung (CDM) des Kyoto-Protokolls generieren Gutschriften, die sog. zertifizierten Emissionsreduktionen (CER).

De huidige economische crisis, in combinatie met een aanzienlijke toevloed van externe emissiereductiekredieten van het Clean Development Mechanism (CDM) en een aantal regelgevingsbepalingen in verband met de overgang op de derde handelsperiode (2013 – 2020) hebben een fors overschot aan emissierechten veroorzaakt.
Die aktuelle Wirtschaftskrise, der starke Anstieg bei externen Gutschriften für Emissionsreduzierungen im Rahmen des Mechanismus für umweltverträgliche Entwicklung (CDM) sowie eine Reihe von Bestimmungen über den Übergang zur dritten Handelsperiode (2013–2020) haben zu einem erheblichen Überhang an Emissionszertifikaten geführt.

De EU wenst dat in Cancún vooruitgang wordt geboekt met de hervorming van het mechanisme voor schone ontwikkeling (CDM = Clean Development Mechanism) van het protocol van Kyoto zodat de milieu‑integriteit, de doeltreffendheid en het beheer alsook de regionale spreiding van CDM‑projecten in de ontwikkelingslanden worden verbeterd.
Die EU möchte, dass in Cancún Fortschritte bei der Reform des in Kyoto beschlossenen Mechanismus für umweltverträgliche Entwicklung (CDM) erzielt werden, damit seine Umweltwirksamkeit, seine Effizienz und Verwaltung und die regionale Verteilung von CDM-Projekten in den Entwicklungsländern verbessert werden.

49. ziet het Clean Development Mechanism (CDM) van het Kyoto-protocol als een mogelijke manier om de ontwikkelingslanden in staat te stellen aan de koolstofmarkt deel te nemen; onderstreept evenwel dat het gebruik van compensaties waarmee ontwikkelde landen aan de emissiereductiedoelstellingen voldoen geen deel kan uitmaken van de verantwoordelijkheid van de ontwikkelingslanden om hun broeikasgasemissies in het kader van een internationale klimaatveranderingsovereenkomst te beperken, en geen substituut vormt voor financiële en technologische steun aan ontwikkelingslanden voor hun reductiemaatregelen;
49. begrüßt den Mechanismus für umweltverträgliche Entwicklung (Clean Development Mechanism – CDM) des Protokolls von Kyoto als Möglichkeit, Entwicklungsländern die Teilnahme am Markt für CO2-Emissionszertifikate zu ermöglichen und ihnen moderne und effiziente Technologien bereitzustellen; betont jedoch, dass die Anwendung von Ausgleichsregelungen durch die Industriestaaten, die der Verringerung der Emissionen dient, nicht als Teil der Verantwortung von Entwicklungsländern gelten kann, ihre Treibhausgasemissionen im Rahmen eines internationalen Übereinkommens über den Klimawandel einzudämmen, und dass eine solche Regelung kein Ersatz für die finanzielle und technologische Unterstützung von Entwicklungsländern bei ihren Eindämmungsmaßnahmen ist;

43. ziet het Clean Development Mechanism (CDM) van het Kyoto-protocol als een mogelijke manier om de ontwikkelingslanden in staat te stellen aan de koolstofmarkt deel te nemen; onderstreept evenwel dat het gebruik van compensaties waarmee ontwikkelde landen aan de emissiereductiedoelstellingen voldoen geen deel kan uitmaken van de verantwoordelijkheid van de ontwikkelingslanden om hun broeikasgasemissies in het kader van een internationale klimaatveranderingsovereenkomst te beperken, en geen substituut vormt voor financiële en technologische steun aan ontwikkelingslanden voor hun reductiemaatregelen;
43. begrüßt den Mechanismus für umweltverträgliche Entwicklung (Clean Development Mechanism – CDM) des Protokolls von Kyoto als Möglichkeit, Entwicklungsländern die Teilnahme am Markt für CO2-Emissionszertifikate zu ermöglichen und ihnen moderne und effiziente Technologien bereitzustellen, betont jedoch, dass die Anwendung von Ausgleichsregelungen durch die Industriestaaten, die der Verringerung der Emissionen dient, nicht als Teil der Verantwortung von Entwicklungsländern gelten kann, ihre Treibhausgasemissionen im Rahmen eines internationalen Übereinkommens über den Klimawandel einzudämmen, und dass eine solche Regelung kein Ersatz für die finanzielle und technologische Unterstützung von Entwicklungsländern bei ihren Eindämmungsmaßnahmen ist;

BT. dat de basisgedachte van het Clean Development Mechanism (CDM) en van de Joint Implementation (JI) − de verspreiding van moderne en efficiënte technologieën – in de praktijk zou moeten werken; overwegende dat CDM/JI moet worden beperkt tot hoogkwalitatieve projecten die leiden tot aantoonbare aanvullende beperkingen van de broeikasgasemissies,
BT. in der Erwägung, dass der Grundgedanke der Mechanismen für umweltverträgliche Entwicklung (Clean Development Mechanism – CDM) und gemeinsame Umsetzung (Joint Implementation – JI) – die Verbreitung von modernen und effizienten Technologien – in der Praxis funktionieren sollte und dass CDM/JI auf hochwertige Projekte begrenzt werden sollte, die nachgewiesene zusätzliche Verringerungen der Treibhausgasemissionen erbringen,

Y. overwegende dat het mechanisme voor schone ontwikkeling (Clean Development Mechanism – CDM) tot dusver weinig geschikt is geweest om te voldoen aan de investeringsbehoefte van de armste landen op het gebied van schone technologie, wat blijkt uit het feit dat minder dan 3% procent van alle CDM-projecten in Afrika loopt en bijna 90% van de CO2-kredieten (CER's) wordt toegekend aan projecten in China, India, Korea en Brazilië,
Y. in der Erwägung, dass der Mechanismus für umweltverträgliche Entwicklung (CDM) bisher kaum dazu gedient hat, den Bedarf der ärmsten Länder an Investitionen in saubere Technologie zu decken, wobei Afrika weniger als 3 % aller CDM-Projekte beherbergt und fast 90 % der zertifizierten Emissionsreduktion (CER) für Projekte gewährt werden, die in China, Indien, Korea und Brasilien durchgeführt werden,

Het zogeheten "Clean Development Mechanism (CDM)", voor projecten die in ontwikkelingslanden worden uitgevoerd, en de "Joint Implementation (JI)", voor projecten in ontwikkelde landen of in landen met een overgangseconomie.
Bezeichnet werden diese Mechanismen als „Mechanismus für eine umweltverträgliche Entwicklung (CDM)“ für Projekte in Entwicklungsländern und „gemeinsamen Projektdurchführung (JI)“ für Projekte in Industrie- oder Schwellenländern.

Het voorliggende voorstel ("koppelingsrichtlijn") koppelt de gemeenschappelijke uitvoering (Joint Implementation (JI)) en het mechanisme voor schone ontwikkeling (Clean Development Mechanism (CDM)) van het Protocol van Kyoto aan de regeling voor de handel in emissierechten van de Gemeenschap en voorziet aldus in de omzetting van JI- en CDM-kredieten in emissierechten.
Der vorliegende Vorschlag ("Verknüpfungsrichtlinie") ermöglicht durch die Verknüpfung der im Kyoto-Protokoll vorgesehenen gemeinsamen Umsetzung (Joint Implementation - JI) und des Mechanismus für umweltverträgliche Entwicklung (Clean Development Mechanism - CDM) mit dem EU-Emissionshandelssystem die Umwandlung von JI/CDM-Gutschriften in Emissionsberechtigungen.

Als basis voor verdere onderhandelingen over de mechanismen in de artikelen 6, 12 en 17 van het Protocol, bevestigt de Raad de stellingnames inzake internationale verhandeling van emissierechten, gezamenlijke uitvoering en het mechanisme voor schone ontwikkeling (Clean Development Mechanism, CDM), die door de Europese Unie en haar lidstaten samen met de kandidaat-lidstaten, Zwitserland en Kroatië zijn uitgewerkt en bij het secretariaat van het UNFCCC zijn ingediend.
Als Grundlage für weitere Verhandlungen über die in Artikel 6, 12 und 17 des Protokolls vorgesehenen Mechanismen bestätigt der Rat die Stellungnahmen zum internationalen Handel mit Emissionsrechten, zur gemeinsamen Umsetzung von Klimaschutzprojekten und zum Mechanismus für umweltverträgliche Entwicklung, die die Europäische Gemeinschaft und ihre Mitgliedstaaten gemeinsam mit den beitrittswilligen Ländern, der Schweiz und Kroatien ausgearbeitet haben und die dem Sekretariat des VN-Rahmenübereinkommens über Klimaänderungen vorgelegt worden sind.