19. dringt erop aan dat het cohesiebeleid, met name in het licht van de noodzakelijke overschakeling op hernieuwbare energiebronnen en van het klimaatdebat, een grotere bijdrage levert aan de snelle ontwikkeling van milieutechnologie en hernieuwbare energiebronnen; is van mening dat dit een van de prioriteiten moet zijn, voor zover er in de programma's voldoende geld beschikbaar wordt gesteld en duurzame energie voldoende aandacht krijgt om een meerwaarde voor de EU te kunnen bieden, waarbij plannen voor gedecentraliseerde energieconcepten in combinatie met effectieve technologieën voor energieopslag in de regio's als uitgangspunt moeten dienen; pleit ervoor op dit gebied het potentieel van de regionale economieën goed te benutten;
19. fordert insbesondere vor dem Hintergrund der notwendigen Energiewende hin zu regenerativen Energieträgern und der Klimadiskussion einen stärkeren Beitrag der Kohäsionspolitik zum schnellen Ausbau der Umwelttechnologien und der erneuerbaren Energien; sieht dies als eine der Schwerpunktaufgaben, sofern im Rahmen der Programme ausreichende Mittel verfügbar sind und der Fokus auf erneuerbare Energien der EU einen Mehrwert verschafft, wobei Planungen für dezentrale Energiekonzepte mit wirksamen Speichertechnologien in den Regionen die entsprechende Grundlage bilden; unterstützt in diesem Zusammenhang eine Nutzung der Potentiale der regionalen Wirtschaft;