Vervolgens werd een zogenaamde 'modus vivendi' overeengekomen tussen de Raad, de Commissie en het Parlement, waarin onder meer wordt bepaald dat ontwerpuitvoeringsmaatregelen die voortvloeien uit EU-wetgeving die via de medebeslissingsprocedure tot stand is gekomen, tegelijk naar de bevoegde parlementaire commissie en het comitologiecomité moeten worden gestuurd. Voorts moet de Commissie het Parlement informeren over eventuele negatieve adviezen van het comitologiecomité en over verwijzingen naar de Raad. Tenslotte moet de Raad het Parlement tijd geven om commentaar te geven en kennis nemen van zijn standpunt.
Es wurde daraufhin ein sogenannter "Modus vivendi" zwischen Rat, Kommission und Parlament vereinbart, der u.a. vorsah, daß der Entwurf für Durchführungsrechtsakte aufgrund gemeinsam entschiedener EU-Rechtsakte dem zuständigen Parlamentsausschuß gleichzeitig wie dem Komitologie-Ausschuß zu übermitteln ist, daß die Kommission das Parlament von im Komitologie-Ausschuß zum Ausdruck gebrachten ablehnenden Stellungnahmen und von Überweisungen an den Rat unterrichten soll und daß der Rat dem Parlament Zeit für Bemerkungen gibt und seine Stellungnahme zur Kenntnis nimmt.