8. merkt op dat de Commissie verzoekschriften herhaaldelijk werd geconfronteerd met situaties waarin de Commissie besloot niet tot onderzoek over te gaan of om zaken die door indieners van verzoekschriften aan de orde werden gesteld af te sluiten, maar waarbij zij ontoereikende redenen voor deze beslissing heeft opgegeven; beklemtoont dat de vrijheid van handelen in verband met inbreuken de Commissie niet ontslaat van de verplichting om haar beslissingen naar behoren toe te lichten aan het Parlement;
8. stellt fest, dass der Petitionsausschuss wiederholt mit Situationen konfrontiert wurde, in denen die Kommission beschloss, in den von Petenten eingereichten Fällen nicht zu ermitteln oder diese Verfahren einzustellen, ohne zufrieden stellende Gründe für diese Entscheidung anzuführen; betont, dass die Ermessensbefugnis im Hinblick auf Vertragsverletzungen die Kommission nicht von der Verpflichtung befreit, dem Parlament ihre Entscheidungen ordnungsgemäß zu erklären;