60. Zoals de advocaat-generaal in de punten 54 en 55 van haar conclusie heeft opgemerkt, heeft he
t Hof weliswaar nog geen uitspraak gedaan over de toepassing van de in artikel 132, lid 1, onder g), van richtlijn 2006/112 bedoelde vrijstelling op diensten die advocaten verrichten in het kader van een nationaal stelsel van rechtsbijstand, maar niettemin reeds geoordeeld dat deze diensten niet kunnen zijn
onderworpen aan een verlaagd btw-tarief op grond van artikel 98, lid 2, van deze richtlijn, gelezen in samenhang met punt 15 van bijla
...[+++]ge III bij die richtlijn (zie in die zin arrest van 17 juni 2010, Commissie/Frankrijk, C-492/08, EU: C: 2010: 348: punt 47).60. Wie die Generalanwältin in den Nrn. 54 und 55 ihrer Schlussanträge ausgeführt hat, hat der Gerichtshof zwar noch nicht über die Anwendung der in Art. 132 Abs. 1 Buchst. g der Richtlinie 2006/112 vorgesehenen Befreiung auf Dienstleistungen entschieden, die Rechtsanwälte im Rahmen eines nationalen Systems der Gerichtskostenhilfe erbringen, doch hat er befunden, dass diese Dienstleistungen nicht gemäß Art. 98 Abs. 2 der Richtlinie in Verbindung mit Nr. 15 ihres Anhangs III einem ermäßigten Mehrwertste
uersatz unterworfen werden können (vgl. in diesem Sinne Urteil
vom 17. Juni 2010, Kommission ...[+++]/Frankreich, C-492/08, EU: C: 2010: 348, Rn. 47).