231. is van mening - aangezien het grootste deel van de EU-begroting wordt uitgevoerd op basis van gedeeld beheer, hetgeen betekent dat de Commissie haar taken inzake de uitvoering van de begroting aan de lidstaten delegeert (d.w.z. 15 en, na 1 mei 2004, 25 heterogene ministeries en bestuurlijke organen met hun respectieve tradities), dat normen in EU-verband moeten worden opgesteld op grond waarvan kan worden nagegaan of alle 25 lidstaten de begrotingskredieten gebruiken in overeenstemming met het beginsel van goed financieel beheer, d.w.z. in overeenstemming met de beginselen van spaarzaamheid, doeltreffendheid en doelmatigheid;
231. vertritt die Auffassung, dass, da der größte Teil des Haushalts der EU auf der Grundlage der geteilten Mittelverwaltung ausgeführt wird, dies bedeutet, dass die Kommission ihre Ausführungsaufgaben an die Mitgliedstaaten delegiert – das heißt an 15 und nach dem 1. Mai 2004 an 25 heterogene Ministerien und Verwaltungsorgane mit ihren jeweiligen Traditionen –, weshalb es notwendig ist, EU-weite Normen zu begründen, die es erlauben, zu überprüfen, dass alle 25 Mitgliedstaaten die Haushaltsmittel gemäß dem Grundsatz der Wirtschaftlichkeit der Haushaltsführung, d.h. sparsam, wirtschaftlich und wirksam verwenden;