De wetgever heeft eveneens rekening gehouden met het feit dat door de in 1998 aangenomen hervormingen de rol van de algemene vergadering van de rechtbanken is toegenomen en de rol van de korpschef van een rechtscollege grondig werd gewijzigd : hij wordt voortaan aangewezen voor een niet onmiddellijk hernieuwbaar mandaat van zeven jaar (artikel 259quater, § 1) en hij moet bij zijn kandidatuur een « beleidsplan » voegen (artikel 259quater, § 2) waarin hij « moet [.] uiteenzetten wat zijn doelstellingen zijn tijdens het mandaat en hoe deze moeten worden gerealiseerd » (Parl. St.
...[+++], Kamer, 1997-1998, nr. 1677/1, p. 73). Der Gesetzgeber hat ebenfalls die Tatsache berücksichtigt, dass aufgrund der 1998 durchgeführten Reformen die Rolle der Generalversammlung der Gerichte an Bedeutung gewonnen hat und die R
olle des Korpschefs eines Rechtsprechungsorgans eine grundlegende Änderung erfahren hat; er wird künftig für ein nicht unmittelbar erneuerbares Mandat von sieben Jahren bezeichnet (Artikel 259quater § 1), und er muss seiner Kandidatur einen « Führungsplan » hinzufügen (Artikel 259quater § 2), in dem er « darlegen muss, worin seine Zielsetzungen während des Mandats bestehen und wie diese verwirklicht werden müssen » (Parl. Dok., Kammer, 1997-1998, Nr. 16
...[+++]77/1, S. 73).